grammaire H4

grammaire H4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

grammaire H4

Slide 1 - Diapositive

een persoonlijk voornaamwoord kan voorkomen als 1) onderwerp; 2).... en 3)....

Slide 2 - Question ouverte

je kunt het meewerkend voorwerp herkennen in een Franse zin doordat het begint met het voorzetsel........

Slide 3 - Question ouverte

Als er in de zin een heel werkwoord staat, staat het pers. vnw vóór of achter het hele werkwoord?

Slide 4 - Question ouverte

staat er geen heel werkwoord? dan staat het pers. vnw .....

Slide 5 - Question ouverte

Est-ce qu'il a parlé à ses parents?
(vervang: à ses parents)

Slide 6 - Question ouverte

est-ce que tu vas donner le cadeau à ta soeur? (vervang: le cadeau)

Slide 7 - Question ouverte

De imperatief. Welke vorm gebruik je als je je richt tot 1 persoon?

Slide 8 - Question ouverte

als je je richt tot jezelf en tot andere personen?

Slide 9 - Question ouverte

als je je richt tot andere/meer personen of tot een 'u'

Slide 10 - Question ouverte

tegen jezelf en je ouders:
(aller)..... à la fête

Slide 11 - Question ouverte

tegen je vriendin: (être).... heureuse!

Slide 12 - Question ouverte

tegen een groep vrienden:
(écouter)..... -moi

Slide 13 - Question ouverte

welke vragen heb je nog over de toets van morgen?

Slide 14 - Question ouverte