Les 14 NL

Les 14; Vervolg 1F.   5 maart.
  1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
  2. De vorige les
  3. Belangrijk
  4. Opwarmertje
  5. Instructie
  6. Zelfstandige verwerking
  7. Thuisopdracht
  8. Evaluatie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 14; Vervolg 1F.   5 maart.
  1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
  2. De vorige les
  3. Belangrijk
  4. Opwarmertje
  5. Instructie
  6. Zelfstandige verwerking
  7. Thuisopdracht
  8. Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inchecken. Jij & ik.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe voel je je?
A
BLIJ, ENTHOUSIAST OF..
B
NORMAAL, RUSTIG OF..
C
MOE, NERVEUS OF..
D
x

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk school. 
Bespreken en oefenen.
We gaan het huiswerk van school bespreken.
We maken samen een aantal opdrachten.

Geen huiswerk vandaag.

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vorige les. 
Het vorige lesdoel.
Lesdoel(en):
  • Ik leer wat zwakke werkwoorden zijn in de verleden tijd van werkwoordspelling.
  • Ik leer hoe ik het x-kofschip moet gebruiken.

Geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VT | Wij ............... (proosten) met oud & nieuw met elkaar op een nieuw jaar.
A
proosten
B
proostten
C
proostte

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

VT | Mijn moeder en ik ............... (bakken) elke zaterdag samen een appeltaart.
A
bakte
B
bakken
C
bak
D
bakten

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De serveerster ............... (serveren) overheerlijke tapas.

Slide 8 - Question ouverte

De kwaliteit is een hij/zij vorm, want het is één ding en geen ik-vorm.
Opwarmertje.
Rebussen.
Lesdoel(en): 
  • Ik oefen en vergroot mijn woordenschat.
  • Ik leer hoe ik een rebus kan oplossen.  
  • Ik maak een quiz om mijn voorkennis te testen.

  1. GYNZY: Rebus 7.


  
                                                                                            

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let´s talk!
Is er nog iets dat we willen delen met elkaar?

Vanuit jou?
Hoe was je schooldag? Is er iets dat er nog in je hoofd zit wat je kwijt wilt?

Vanuit mij?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie.
Vervolg 1F.
Lesdoel(en):
  • Ik leer wat sterke werkwoorden zijn in de verleden tijd van werkwoordspelling.

Theorie:
We nemen samen de theorie door van blz. 121-125.
Ik stuur de foto´s via WhatsApp van de theorie en de opdrachten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie.
Vervolg 1F.

Opdracht 14 en opdracht 15.

Ik doe het voor:
blazen
stam: .....
ik .....
wij .....
zwak of sterk?












Slide 12 - Diapositive

stam: blaas
ik blies
wij bliezen
zwak werkwoord
Instructie testen.
Bewegen.
Lesdoel(en): 
  • Ik kan bewijzen dat ik de instructie heb begrepen.
  • Ik ga bewegen, zodat mijn hersenen meer zuurstof krijgen en ik me beter kan concentreren tijdens het werken.

  1. GYNZY: Woordflitser.


  
                                                                                            

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie.
Vervolg 1F.
Jij doet het na:

Beantwoord de volgende vragen in LessonUp.











Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 13:

genieten
TT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....
VT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 13:

knijpen
TT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....
VT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 13:

schuiven
TT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....
VT: ik ...... jij/u ..... hij/zij ..... wij ..... jullie ..... zij .....

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rustmoment.
Tijd voor een spelletje.
Lesdoel(en): 
  • Ik oefen en vergroot mijn woordenschat.
  • Ik leer woorden die met de lente te maken hebben.
  • Ik rust even uit, voordat ik de opdrachten ga maken.

  1. GYNZY: Galgje lente.


  
                                                                                            

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandige verwerking.
De opdrachten.
Jij doet het zelf:

  • Opdracht 16.
  • Maak opdracht b t/m g.
  • Ik doe opdracht a voor.










timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

  1. bouwden
  2. breide
  3. zwaaiden
  4. bereikten
Zelfstandige verwerking.
De opdrachten nabespreken.
We bespreken de opdrachten na en jij kijkt je gemaakte werk meteen na.
Maak een foto en stuur dit via WhatsApp op.








Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie.
Les evalueren.
Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel: verleden tijd zwakke/sterke werkwoorden.

Het etiket ............... (vermelden) de ingrediënten.
A
vermelde
B
vermeldde
C
vermeld
D
vermeldt

Slide 22 - Quiz

Het etiket: is een ding, dus een hij-vorm.
Dat betekent stam +t.
Stam: vermeld
Het etiket vermeldt....
De volgende les.
Wat gaan we leren en oefenen?
De volgende les is een reguliere les, waarbij de volgende lesdoel(en) centraal staan:
De volgende les is een toetsles, waarbij de volgende lesdoel(en) getoetst worden:

  1. Ik herhaal de zwakke sterke werkwoorden in de verleden tijd van werkwoordspelling.
  2. Ik herhaal lidwoord, bijvoeglijk nw, zelfstandig nw, werkwoord, voorzetsel.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd over.
Laten we meer oefenen!
Doel(en):
  • Ik oefen met woorden over eten en drinken.


Slide 24 - Diapositive

bederven
bereiden
biologisch
consumeren
conserveermiddelen
gebruiksaanwijzing
horeca
houdbaarheidsdatum
ingrediënten
kwaliteit
levensmiddelen
portie
voedselallergie
assortiment
etiket
hygiënisch
reserveren
serveren
variëren
vegetarisch