Les 47_voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag........

- terugblik vorig lessen

- uitleg voorzetsels

- zelfstandig aan het werk 

- afsluiting 

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. De persoonsvorm van een zin.
2. Alle werkwoorden in een zin.
3. De persoonsvorm en onderwerp van een zin.

Hij kon zich gedragen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Hij kon
2. zich gedragen
3. kon zich gedragen
4. kon

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik ben aan het bellen.

1. ben bellen
2. ben
3. bellen
4. ben aan het bellen

Werkwoordelijk gezegde?

Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.

1. ik
2. kan
3. benoemen
4. kan benoemen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Ik SPOEL het glas OM.
2. Mijn broertje GAAT uit zijn dak.
3. Ik HEB me in hem VERGIST.
4. Ik BEN AAN HET LOPEN.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik kan dit niet betalen.

1. kan
2. betalen
3. kan niet betalen
4. kan betalen

Zoek de zelfstandige en hulpwerkwoorden in de volgende zin: Wij zouden naar huis zijn gegaan.

1. hww=zouden/zijn zww=gegaan
2. hww=zouden zww=gegaan
3. hww=zouden zww=zijn gegaan
4. zww=zouden/zijn hww=gegaan

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik zwem graag baantjes.
Zwem =

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Wat is het hulpwerkwoord en wat is het zelfstandig werkwoord?
Marijke gaat naar school lopen.

1. gaat = hww lopen = zww
2. gaat = zww lopen = hww
3. gaat = hww lopen = hww
4. gaat = zww lopen = zww

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Wat is het voorzetsel?

Wat is het voorzetsel?

Wat is het voorzetsel?

Had je de drie voorafgaande vragen goed? 

>>> Ga verder met vraag 3 t/m 8  op bladzij 98 en 99.

Had je moeite met de 3 voorafgaande vragen?

>>> Doe mee met de uitleg.

Noteer de voorzetsels (T1)
... een tijdje fiets ik niet meer .... het kanaal.

Uitleg

Sinds een tijdje fiets ik niet meer langs het kanaal.

Noteer de voorzetseluitdrukking:

Zij eet een hamburger in plaats van friet.

Uitleg

Voorzetseluitdrukking: in plaats van.

Zij eet een hamburger in plaats van friet.

Zelfstandig werken

Wat?	Afmaken les 34 opdracht 3 t/m 7 Maken les 47 opdracht 3 t/m 8
Hoe?	Lees uitleg op bladzij 98
Tijd?	25 minuten
Klaar?	Stillezen of huiswerk afmaken of leren voor een ander vak

Vul het juiste vaste voorzetsel in:
Ik hou ... mijn hond. (T1)

1. op
2. van
3. tijdens
4. sinds

Uitleg

- Houden van: ik hou van jou.

- Houden aan: je moet je houden aan de coronaregels.

Vul het juiste vaste voorzetsel in:
Ik erger me ... mijn broer. (T1)

1. in
2. tijdens
3. op
4. aan

Uitleg

Zich ergeren aan.

( Synoniemen: irriteren, vervelend vinden )