Les 25. 6.Formuleren p.2 Verwijzen naar personen en dingen

O2M2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel leggen

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

O2M2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel leggen

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk check
- 3x is uur nakomen

Slide 2 - Diapositive

Planning
Formuleren - Verwijzen naar personen en dingen


Als het goed gaat, sluiten we af met documentaire.

Slide 3 - Diapositive

Verwijswoorden (herhaling)
Wie weet wat dat zijn?
                                            dichtbij    |     ver weg
de-woorden           deze   |  die
het-woorden                 dit |  dat

Slide 4 - Diapositive

Verwijswoorden
Ik kocht een fiets. ______ van mij was te klein.
Kun je ______ verhaal omhoog doen? 
Mijn nieuwe jas is besteld, ik ben benieuwd wanneer _____ komt.
Wil je _______ jongen even aantikken?

Slide 5 - Diapositive

Verwijswoorden
Je kent de verwijswoorden deze, die, dit en dat al.
Andere verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: het, hij, hem, zij, ze en haar.
Sterre verft het huis. Sterre verft het huis wit. Ik zie Sterre op de ladder staan.
Hoe kan dit beter?

Slide 6 - Diapositive

Verwijswoorden
Je kent de verwijswoorden deze, die, dit en dat al.
Andere verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: het, hij, hem, zij, ze en haar.

Sterre verft het huis. Sterre verft het huis wit. Ik zie Sterre op de ladder staan.
Beter: Sterre verft het huis. Zij verft het wit. Ik zie haar op de ladder staan.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Aan het werk!
Cursus 6 - Formuleren
Paragraaf 2 - Verwijzen naar personen en dingen
Opdracht 1 2 3 4 5 6

Klaar? In stilte lezen uit leesboek.

timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Tot morgen!
Dan gaan we ons op de toetsweek voorbereiden.

Slide 10 - Diapositive