Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planning
Wat weten jullie nog? 5 minuten
Huiswerk nakijken 10 minuten
Instructie bss. 2 20 minuten
Maken opdrachten 10 minuten
Klassecompetitie 5 minuten
Slide 1 - Diapositive
Wat is een fenotype en wat is een genotype? Waar zit je erfelijke informatie opgeslagen? Hoeveel chromosomen heeft een mens? En een eicel? Beantwoord 1/2/3 vragen, kijk hoever je komt!
Slide 2 - Question ouverte
Je hele genotype zit op 46 chromosomen. Maar je hebt meer dan 100.000 eigenschappen. Hoe kan dit?
Slide 3 - Diapositive
Op 1 chromosoom zitten meerdere genen
Je hebt duizenden genen
Ieder gen bepaalt 1 eigenschap
Slide 4 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
cel > gen > chromosoom > dna
B
dna > gen > chromosoom > cel
C
cel > chromosoom > gen > dna
D
chromosoom > cel > dna > gen
Slide 5 - Quiz
Je hebt blauwe/ groene of bruine ogen. Waar wordt dit door bepaald?
A
door 1 chromosoom
B
door 1 gen
C
door 1 DNA
D
door 1 cel
Slide 6 - Quiz
In je ogen staan alleen de ooggenen aan. Wat zou er gebeuren als de teengenen hier ook aan stonden?
Slide 7 - Diapositive
Genen kunnen aan of uit staan
Alleen de genen die je nodig hebt
op een bepaalde plek staan aan
de rest staat uit
Slide 8 - Diapositive
De genen die jouw soort haar bepalen zitten in ieder cel in je lichaam. Ook in je ogen. Waarom groeien er dan geen haren uit je ogen?
A
in je ogen staan alleen de ooggenen aan, de rest staat uit
B
de haargenen werken alleen maar bovenop je hoofd
C
Alle genen staan aan in je ogen maar de haargenen niet
D
haargenen zitten alleen in de cellen waar haar groeit
Slide 9 - Quiz
Heb je 46 verschillende chromosomen?
Is dit een jongen of een meisje?
Slide 10 - Diapositive
Chromosomenparen en genenparen
Net als chromosomen komen genen in
paartjes voor, dus steeds 2. Ze kunnen
verschillen of hetzelfde zijn.
zaadcel heeft 23
en eicel ook 23 chromosomen
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel genen zitten er in je cellen?
A
23 paartjes
B
duizenden genen die allemaal anders zijn
C
duizenden genen maar steeds in paartjes
D
geen een.... nee geen idee
Slide 12 - Quiz
Hoe krijg je van 1 cel, 2 cellen?
Slide 13 - Diapositive
giphy.com
Slide 14 - Lien
Hoe werkt celdeling
1. Eerst verdubbelen de chromosomen
2. De moedercel deelt zich in twee
dochtercellen met hetzelfde genotype
met elk 46 chromosomen
Slide 15 - Diapositive
huiswerk bss 1.
opdracht 2a, 3, 4, 5, 6a, 9 & 10
we bespreken de opdrachten die niet goed zijn gemaakt, heb je vragen stel ze want dit keer krijg je een SO.