MH1 - leesvaardigheid periode 1

MH1 
leesvaardigheid
H1 t/m 4 en H15 t/m 18
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

MH1 
leesvaardigheid
H1 t/m 4 en H15 t/m 18

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1 t/m 4
leesstrategieën
globaal, zoekend, intensief en lerend lezen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouwstenen van een tekst 
titel
inleiding
bron
afbeelding
slot
1e tussenkopje

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke uitspraken over leesstrategieën zijn waar?
A
Welke leesstrategie je kiest, hangt af van je leesdoel
B
Bij alles wat je leest, gebruik je dezelfde leesstrategie
C
Bij iedere strategie lees je de gehele tekst
D
Een leesstrategie is een manier van lezen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bij globaal lezen...
A
lees je de eerste alinea van een tekst
B
kijk je naar plaatjes, de titel en de tussenkopjes
C
lees je de eerste zin van alle alinea's
D
moet je alles doen wat bij A t/m C staat

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Bij zoekend lezen . . .
A
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea.
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
C
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea.
D
lees je de hele tekst goed door.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je een tekst
intensief leest?

Slide 7 - Question ouverte

- je leest de gehele tekst grondig
- je zorgt ervoor dat je de gehele tekst goed begrijpt
zoekend lezen
globaal lezen
Intensief/lerend lezen
titel en tussenkopjes
trefwoorden
eerste zin alinea
afbeelding
belangrijkste info
onthouden
goed begrijpen
lezen wat nodig is

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil weten hoeveel pinguïns er wonen op de Zuidpool.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
D
lerend lezen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bereid je voor op de toets over leesvaardigheid.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
D
lerend lezen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil weten of een tekst geschikt is voor je werkstuk.
Welke leesstrategie kies je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
D
lerend lezen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het nummer van de tabel waarin staat hoeveel mensen er met corona in het ziekenhuis lagen.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H15 t/m 18
tekstdoelen
informeren - overtuigen - activeren

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat een tekstdoel is en
noem een voorbeeld.

Slide 14 - Question ouverte

Een tekstdoel is wat de schrijver wil bereiken bij de lezen, bijvoorbeeld informeren.

Dit zijn tekstdoelen
A
informeren, amuseren, overtuigen, activeren
B
kranten, tv, social media
C
artikelen, moppen, recepten
D
overtuigen, bemoeien, vertellen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de schrijver zijn eigen mening geeft,
is er sprake van een ... tekst.

Slide 16 - Question ouverte

Bij een activerende tekst willen ze dat je iets gaat doen, bijvoorbeeld iets kopen of bezoeken, bij overtuigen schr

Wat is het doel van de tekst bij deze afbeelding?
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het doel van deze tekst ?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zal het doel zijn van de tekst bij deze afbeelding?
A
amuseren
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de tekstdoelen naar de juiste afbeeldingen.
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke uitspraak over deze LessonUp past bij jou?
A
Ik vond hem makkelijk.
B
Ik vond hem soms lastig.
C
Ik vond hem moeilijk.
D
Help, ik snapte er niets van!

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je nog doen om je goed voor te bereiden op de toets?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions