examenvraag vertering 2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Aan welk deel van het maagdarmstelsel is de alvleesklier verbonden?

1. Maag
2. Twaalfvingerige darm
3. Dunne darm
4. Dikke darm

In welk deel van het maagdarmstelsel worden de meeste voedingsstoffen opgenomen?

1. Maag
2. Twaalfvingerige darm
3. Dunne darm (jejunum)
4. Dikke darm (colon)

kop van de fosforlipiden is ...
de staart van de fosforlipiden is ...

1. hydrofiel, hydrofiel
2. hydrofoob, hydrofoob
3. hydrofoob, hydrofiel
4. hydrofiel, hiedrofoob

Hoe lang duurt het gemiddeld voordat voedingsstoffen verteerd zijn?

1. 4 uur
2. 10 uur
3. 12 uur
4. 24 uur

Wat is de functie van amylase?

1. enzym dat kleine eiwitten afbreekt
2. enzymen die vetten afbreken
3. enzym dat zetmeel afbreekt.
4. enzym dat melksuiker afbreekt

Wat is de functie van lactase?

1. enzym dat kleine eiwitten afbreekt
2. enzymen die vetten afbreken
3. enzym dat zetmeel afbreekt.
4. enzym dat melksuiker afbreekt

Waar komen de enzymen in voor? Koppel ze aan elkaar! Let op 1 antwoord komt twee keer voor!!

Amylase

Pepsine

Lipasen

Proteïnasen

Lactase

dunne darm

aalvleeskliersap

speeksel

maag

Koolhydraten worden afgebroken tot galactose.

1. Juist
2. Onjuist

Eiwitten worden afgebroken tot fructose

1. Juist
2. Onjuist

Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren

Vetten worden afgebroken tot vetzuren

1. Juist
2. Onjuist

In het speeksel zit het enzym amylase dat zetmeel afbreekt.

1. Juist
2. Onjuist

De luchtweg naar de neus wordt afgesloten door het gehemelte en het strottenklepje

1. Juist
2. Onjuist

De luchtweg naar de neus wordt afgesloten door het gehemelte en de huig.

orgaan	enzym+ voedingstof	waar gemaakt
mond		Speekselklier
maag		Maagwand
12-vingerige darm	Eiwitten	Alvleesklier
12-vingerige darm	Vetten	Alvleesklier
12-vingerige darm	Zetmeel	Alvleesklier
nuchtere darm	Melksuiker	Darmwand
nuchtere darm	Eiwitten	Darmwand

Amylase (koolhydraten)

Pepsine (eiwitten)

Amylase 

lipase

Proteinase

lactase

Trypsine

Wat gebeurd er als je slikt

1. Strottenklepje zorgt dat voedsel niet in de luchtpijp komt
2. De huig zorgt dat voedsel niet in de neus komt
3. De huig houd het voedsel tegen en de strottenklepje valt dicht
4. Voedsel komt niet in de luchtpijp door de huig

Welke hormonen produceert de alvleesklier

1. amylase, trypsine en lipase
2. Insuline en glucagon
3. glucose en glucagon
4. insuline en glucose

Wat is het substraat van...

Cellulase

Lipase

Lactase

Maltase

Sucrase

Amylase

Pepsine

Cellulose

Lipide

Lactose

Maltose

Sucrose

Amylose

Eiwitten

Een verteringsproduct van lipase is...

1. Glucose
2. Fosfolipiden
3. Aminozuren
4. Glycerol

2. Welke voedingsstof bevat naast C-, H-, en O- ook N-atomen?

1. Eiwitten
2. Koolhydraten
3. Vetten
4. Mineralen

Wat is de functie van deze verschillende voedingstoffen? Sleep de functie naar de juiste voedinsstof.

Koolhydraten

Eiwitten

Vetten

Water en vezels

Brandstof voor het lichaam

Bouwstoffen voor het lichaam

Brandstof en bevat vitamines

verzadigd gevoel en vochtbalans

Vitaminen zijn:

1. Voedingsstoffen
2. Voedingsmiddelen

Wel of niet verteren?

Moeten deze voedingsstoffen wel of niet worden verteerd?

wel verteren

niet verteren

koolhydraten

eiwitten

mineralen

vitaminen

vetten

water

voedingsvezels

Koolhydraten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats

afgebroken

 tot

afgebroken

 tot

opname in het bloed

polysacharide

monosachariden

disachariden

Wat is BMI?

1. bloedmeting instrument
2. blood musculair instrument
3. body mass index
4. beperkte meting insuline

Van welke vitamine heb je in de winter wel eens te kort, omdat we te weinig zonlicht hebben?

1. Vitamine A
2. Vitamine B
3. Vitamine C
4. Vitamine D

Caloriën =

1. energie
2. een eenheid van energie
3. energierijke stoffen
4. dikmakende stoffen

diabetes mellitus type 2 (ouderdomssuikerziekte) is een ...

1. 'gebreksziekte'
2. 'welvaartsziekte'

sleep alles naar de juiste plek, overal moet iets staan.

maag

lever

dunnedarm

dikkedarm

twaalfvingerige darm

speeksel

-productie zoutzuur

-enzym verteerd eiwit voor een deel

-Groot oppervlak

-enzymen verteren eiwitten, koolhydraten & vetten

-opname stoffen

-Maakt gal wat vetten emulgeert

-Bevat enzym wat zetmeel verteerd

-onttrekt water uit voedselbrij

-opname water in bloed

-Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Wel of niet verteren?

Moeten deze voedingsstoffen wel of niet worden verteerd?

wel verteren

niet verteren

koolhydraten

eiwitten

mineralen

vitaminen

vetten

water

voedingsvezels

2p

Leg uit aan de hand van afbeelding 13 wat de rol van ATP is bij de symport van glycose

1. Lees de vraag 

a. In stukjes hakken

b. Kernwoorden markeren

c. einddoel

2p

Leg uit aan de hand van afbeelding 13 wat de rol van ATP is bij de symport van glycose

2. Aanpak opstellen:   

“A leidt tot B, want:

Begin

Einde

Begin en einde

“ATP leidt tot de symport van glucose en Na+ want:

2p

3. Info opzoeken

a. Tekst

b. Figuur

4. Antwoord opschrijven: “A leidt tot B, want: (tussenleerlingen)

5. Controle

Begin en einde

“ATP leidt tot de symport van glucose en Na+ want:

De energie uit ATP wordt gebruikt voor de transport van Na+ uit de cel (en K+ in de cel). 

Hierdoor is er meer Na+ buiten de cel dan binnen de cel

Door diffusie met het concentatiegradient mee kost het geen extra energie om Na+ de cel in te laten transporten

Glucose moluculen gebruiken hetzelfde eiwit om binnen in de cel te komen en "liften" mee op de eiwitverandering die ontstaat door Na+

hoeveel punten had je?

0

1

2

Huiswerk

eten en gegeten worden (samenhang)

1 t/m 3  + examentrainer