Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Qu'est-ce qu'on va faire?
objectifs
vocabulaire
parler
répéter des affaires
grammaire C
Hunted
devoirs
Slide 2 - Diapositive
Objectifs
Aan het eind van deze les:
weet ik (weer) hoe je de werkwoorden op -er in de présent vervoegd
weet ik hoe je de werkwoorden op -er in de passé composé vervoegd
Slide 3 - Diapositive
vocabulaire A + B
Tu connais les mots?
Slide 4 - Diapositive
parler
Réponds aux questions en phrases complètes.
Slide 5 - Diapositive
Répéter des affaires
Slide 6 - Diapositive
werkwoorden op -er
parler acheter
donner chercher
écouter regarder
aimer jouer
détester manger
Slide 7 - Diapositive
werkwoorden op -er
parler(praten)
je parle - ik praat
tu parles - jij praat
il/elle/on parle - hij/zij/men praat
nous parlons - wij praten
vous parlez - jullie praten / u praat
ils/elles parlent - zij praten
Slide 8 - Diapositive
habiter Vous .... où?
Slide 9 - Question ouverte
parler Je ... anglais et français.
Slide 10 - Question ouverte
organiser Ma soeur ... une grande fête!
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
passé composé
benodigdheden: aantekeningenschrift
Slide 13 - Diapositive
Aantekeningen maken
Door te schrijven onthoud je dingen beter dan door te typen.
Al hoewel typen sneller is, zorgt de mindere snelheid van schrijven én het feit dat schrijven meer werk kost, er voor dat je er meer bewust mee bezig bent. Je moet meer nadenken en dus onthoud je het beter.
Slide 14 - Diapositive
passé composé = v.t.t.
Ik heb gelopen.
Mijn vader heeft gevoetbald.
Mijn broer is naar Engeland gegaan.
Slide 15 - Diapositive
voltooid deelwoord
parler -> parlé donner -> donné
praten gepraat geven gegeven
REGEL: werkwoord - er + é
Slide 16 - Diapositive
hulpwerkwoord
Om de passé composé te kunnen vormen heb je het hulpwerkwoord avoir nodig.