wk 44: les 3 - sprookje: bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vrijdag 4 november - 1AT1

• 10 minuten stillezen
  
• Terugblik vorige les: moraal en alinea-indeling
• Bijvoeglijk naamwoord
• Aan de slag!

Vorige les heb je geleerd...

...wat de moraal van een sprookje is.

...wat een goede alinea-indeling is.

Deze les ga je leren...

...hoe bijvoeglijke naamwoorden en woordgroepen 'kleur' kunnen toevoegen aan een verhaal. 

...wat de regels zijn voor het schrijven van het bijvoeglijk naamwoord.

Terugblik: moraal, wijze (levens)les

Sprookje	Moraal
Roodkapje	Je moet luisteren naar wat je ouders zeggen
Sneeuwwitje en de 7 dwergen	Je moet niet zomaar aanwijzingen van vreemden opvolgen
Het lelijke eendje	Je moet nooit alleen naar de buitenkant van iemand kijken. Juist door naar de binnenkant te kijken zie je hoe mooi iemand is.
Hans en Grietje	Je moet nooit zomaar vreemde mensen vertrouwen
De nieuwe kleren van de keizer	Als je zo ijdel bent dat je geen weloverwogen beslissingen meer kunt nemen dan zul je daar uiteindelijk voor gestraft worden.
Assepoester	Als je goed bent voor anderen, dan krijg je dit vanzelf een keer terug. Tegelijkertijd laat het sprookje ook zien dat valsheid wordt bestraft

Terugblik: 25 Schrijfvaardigheid: alinea-indeling (blz. 102)

Alinea-indeling

• Witregel
• Inspringen
• Tussenkopje

Opbouw alinea

• Kernzin
• Uitleg/voorbeeld/toelichting

Bijvoeglijke naamwoorden en woorden die ’kleur’ geven aan een verhaal

• De prins gaf de prinses een kus.
• De dappere prins gaf de mooie prinses een dikke kus.

• De kabouter woont in een huis.
• De stoere kabouter woont in een klein huisje aan de rand van het bos.

• De heks keek naar Hans en Grietje.
• De enge, lelijke heks loerde met hongerige ogen naar de vrolijk spelende Hans en Grietje.

• De tovenaar ging naar de grot.
• De stokoude, mysterieuze tovenaar rende bliksemsnel naar de grot die verscholen lag in de donkere bossen.

Bijvoeglijke naamwoorden en woorden die ’kleur’ geven aan een verhaal

13 Taalverzorging: het bijvoeglijk naamwoord (blz. 54)

De foto is klein                 De kleine foto

De foto is vergroot         De vergrote foto

De foto is gestolen        De gestolen foto

De foto is van papier    De papieren foto

Aan de slag!

Lees blz. 54

Maak opdr. 1, 2, 3, 4, 6

Klaar? Drillster 13, 25 OF maak de vragen op de volgende slides

Lukt inloggen via Leermiddelen, KERN niet?

Ga naar mijn.boomvo.nl 

Log in met je schoolaccount

gebakken broden

1. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord

linnen broeken

1. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord

gevlochten haren

1. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord

strooien hoeden

1. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord

gevouwen lakens

1. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een werkwoord

Vul in:
het .... meisje (aardig)

Stoffelijk bijvoeglijk

Bijvoeglijk naamwoord

Gouden

Bijzondere

Kartonnen

Stoute

Grandioze 

Houten

Mooie

Plastic

Rode

Metalen

Maak een zin met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. grote
2. plastic
3. kleurige
4. koude

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De aardige jongen lacht om haar grapjes.
2. Dat is de normaalste zaak van de wereld.
3. Morgen wordt het een mooie dag.
4. Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

De kinderen waren verdwaald. De ........ Kinderen

Het uur is verzet. Het ...... uur.

De sleutel is gezocht. De ..... sleutel.

Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.

De crisis werd verwacht. De ..... crisis.

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Het gebouw is verwoest. Het .... gebouw.

Einde van deze les