Lezen 1.2

1.3 Lezen
Lees tekst 1: Loopstijl beïnvloedt je humeur. blz 24
Lees tekst 2: Kerkuil geweerd van wegpaaltje. blz 28
Lees tekst 3: Help de kerkuil blz 29
Lees tekst 4: Stemmen met je voeten. blz 30/31 

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.3 Lezen
Lees tekst 1: Loopstijl beïnvloedt je humeur. blz 24
Lees tekst 2: Kerkuil geweerd van wegpaaltje. blz 28
Lees tekst 3: Help de kerkuil blz 29
Lees tekst 4: Stemmen met je voeten. blz 30/31 

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
• Ik kan de 4 leesstrategieën gebruiken.
•Ik kan de 4 tekstdoelen herkennen.
•Ik kan de tekstvormen herkennen.
• Ik kan tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.
• Ik kan het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vinden.
• Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden.

In deze paragraaf leer je:
•Ik kan de 4 tekstsoorten herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Welke 4 leesstrategieën ken je?

Slide 3 - Question ouverte

leesstrategieën
verkennend lezen: je leest de titel, de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste zin van alle alinea’s tussen inleiding en slot en de bronvermelding om een eerste indruk te krijgen;
nauwkeurig lezen: je leest een tekst helemaal om hem te begrijpen;
zoekend lezen: je zoekt in een tekst naar het antwoord op een vraag;
studerend lezen: je leest een tekst om de informatie te onthouden.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Betogende of activerende tekst

Slide 12 - Diapositive

Tekstdoelen

Slide 13 - Diapositive

tekstverbanden van vorig jaar

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

tekstverbanden
nieuw is:

vergelijkend tekstverband

Net, als,zoals,evenals, 
voorbeeld: Mijn moeder is net zo sportief als Diana

Slide 16 - Diapositive

welke termen ken je die met een tekst te maken hebben?

Slide 17 - Carte mentale

Titel:

In de titel wordt soms het onderwerp genoemd. Als het onderwerp er niet letterlijk in staat wordt geeft het bijna altijd een aanwijzing.

Slide 18 - Diapositive

Ondertitel of boventitel:


Is een titel in een tekst, die aangeeft waarover een tekstgedeelte gaat.
In krantenberichten spreek je niet van een deeltitel maar van een kopje of een tussenkopje. 

Slide 19 - Diapositive

hoofdgedachte

Waar de gehele tekst over gaat. Je kunt de hoofdgedachte in een paar woorden formuleren. 

Slide 20 - Diapositive

huiswerk
Werk aan je eigen planning

Slide 21 - Diapositive