week 37 4m zakelijk lezen

Welkom
Zakelijk lezen week 37 (2e week)

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Zakelijk lezen week 37 (2e week)

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Na deze les weet je de leesstrategieën, tekstdoelen en tekstsoorten, signaalwoorden en verbanden. 

Slide 2 - Diapositive

Als ik het onderwerp van de tekst wil weten, dan gebruik ik de volgende leesstrategie
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Intensief of precies lezen
D
Zoeken lezen

Slide 3 - Quiz

Oriënterend lezen
Je leest de titel, tussenkopjes, inleiding en schuin- of dikgedrukte woorden en je bekijkt de plaatjes.

Je vindt het onderwerp

Slide 4 - Diapositive

Ik wil weten of in het artikel over voetbal ook de spelregels worden beschreven. Ik lees
A
oriënterend
B
globaal
C
Intensief/precies
D
kritisch

Slide 5 - Quiz

Globaal lezen
Je leest steeds de kernzinnen van iedere alinea (1e, 2e of laatste zin) Daar staan meestal de kernzinnen. Kernzinnen zijn de belangrijkste zinnen van de alinea. Je weet dan welke deelonderwerpen in de tekst besproken worden.

Slide 6 - Diapositive

Wat is een hoofdgedachte? Hoe noteer je deze?

Slide 7 - Question ouverte

Intensief lezen, ook wel precies lezen
Je vindt de hoofdgedachte.
De hoofdgedachte is een mini-samenvatting in 1 zin.

Slide 8 - Diapositive

Kritisch lezen
Je wil weten of de tekst die je leest wel betrouwbaar is. Klopt het wel wat er staat? Wie is de schrijver/schrijfster?

Slide 9 - Diapositive

Studerend lezen
Je wil de inhoud van de tekst onthouden.

Slide 10 - Diapositive

Welke manieren van lezen ken je?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel van een stripverhaal?
A
instrueren
B
informeren
C
activeren
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Welk doel heeft de schrijver met een recept?
A
instrueren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 13 - Quiz

Tekstdoelen en tekstsoorten
amuseren--> stripverhaal, roman, poëzie, column, mop, kort verhaal
informeren --> krantenartikel, studieboek, werkstuk, verslag
activeren --> reclame, uitnodiging, recensie, sollicitatiebrief
overtuigen --> advertorial, review, betoog, sollicitatiebrief
instrueren --> recept, handleiding, gebruiksaanwijzing

Slide 14 - Diapositive

Noem 2 tekstsoorten bij het tekstdoel activeren.

Slide 15 - Question ouverte

Welk tekstdoel?

Slide 16 - Question ouverte

Ik wil daar solliciteren, mits het salaris goed is. Welk tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
reden

Slide 17 - Quiz

Doordat de weg was opgebroken, was ik te laat. Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorwaarde
C
opsomming
D
chronologisch/tijds verband

Slide 18 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden
Op de volgende pagina zie je tekstverbanden met daarachter de bijbehorende signaalwoorden. Aan deze woorden kun je het tekstverband herkennen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

toch
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 21 - Quiz

Welk tekstverband herken je?

'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'
A
Doel-middelverband
B
Concluderend verband
C
Samenvattend verband
D
Vergelijkend verband

Slide 22 - Quiz

Wat is het signaalwoord voor doel-middelverband in de volgende zinnen:

Het kunnen herkennen van tekstverbanden en signaalwoorden is belangrijk. Om dat goed te kunnen, zul je veel moeten oefenen.
A
herkennen
B
en
C
om ... te
D
veel

Slide 23 - Quiz

Vragen?
Noteer ze en stel ze in de les!

Slide 24 - Diapositive