PSY A les 2 periode 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

PSY A 

Nu Pedagogisch Werk

Opvoeding en ontwikkeling  

Niveau 3

Les: 2

Periode: 2

Hoofdstuk: H 3.1 of 4.1

Studiejaar: 2021-2022

Hoe gaan jullie leren:

5 minuten	Opstarten les
50minuten	Theorie en oefeningen H 3.1 / 4.1
	Pauze
5 minuten	Uitleg zelfstandig werken:
25 minuten	Sinterklaasopdracht
25 minuten	Werkboek vragen maken Tabel afmaken
5 minuten	Afronden les

Wat leren we vandaag:

1. Aan het eind van de les kan je benoemen wat er in de linkerhersenhelft geregeld wordt.
   
2. Aan het eind van de les kan je benoemen wat er in de rechterhersenhelft geregeld wordt.
   
3. Aan het eind van de les kan je het verschil uitleggen tussen patroonherkenningen en associaties 

De groepen:

Lisa, Sophie, Lynn

Shanita, Gamze, Juul

Ilse, Naomi, Roelle

Nienke, Jana, Denise

Emma, Tessa, Kimberly

Rocky, Natalja, Thyrza

Lindsay, Maud, Nina

Giulia , Laure, Rebecca

Rijtjes stampen is 1 manier om te leren

Maar wat weet jij over leren?

Beschrijf op het gezamenlijke blad eens leerstrategieën die jij kent en/of toepast

In het midden van het blad beschrijf je de gezamenlijke antwoorden

Maar nu eerst:

Uitleg over de hersenen:

We bekijken de volgende film:

Hersenhelften

Linker hersenhelft:

Denkwerk (veel)

Taal/woorden

Rekenen 9Volgorde, tijd, lijnen)

Uitvoeren van logische taken (regels)

Rechter hersenhelft:

Zintuigen

Kleur

Ruimtelijk inzicht, 3D

Dagdromen

Emotie

Ritme

Ezelsbruggetje:

Bedenk voor jezelf een ezelsbruggetje hoe je de functie van de linker en de rechterhersenhelft uit elkaar kunt houden

Hersenen

Hersenen

• Hersengebieden
  Hersenen zijn in te delen in kleine gebieden. Elk gebied is verantwoordelijk voor een andere taak (denken, horen en lezen) Maar alle gebieden werken wel samen

Hersenen

• Patroonherkenning 
  Zodra iets goed werkt dan blijven hersenen dit zo doen. Er ontstaat een bepaald patroon in de hersenen voor deze taak. Hersenen herkennen dit patroon wanneer het voorbij komt

Hersenen

• Associaties (ezelsbruggetjes)
  Dingen onthouden kan door het maken van verbindingen ook wel associaties genoemd
  Bijvoorbeeld een rij woorden onthouden door een verhaal te maken. (of het ezelsbruggetje van de linkerhersenhelft)
  Dit wordt dan weer een patroon in de hersenen.

De ontwikkeling van het brein?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Baby's worden helemaal gevormd door omgeving en opvoeding en worden als het ware blanco geboren.
2. Vanaf de geboorte liggen er al dingen vast in de hersenen van de baby.

Tabula rasa

'Onbeschreven blad' 

Of ligt je karakter al vast?

Maar nu je genen

Gen is een stuk van het DNA.

Zit in iedere cel van het lichaam.

Genen bepalen jouw eigenschappen.

Is gedrag bepaald in de genen of door opvoeding?

1. Genen
2. Opvoeding
3. Beide

Maar nu je genen

Door dit soort onderzoek is inmiddels in grote lijnen bekend hoe groot de invloed van erfelijkheid en omgeving op persoonlijkheid is. Zo weten we nu dat eigenschappen als extraversie, zorgvuldigheid, neuroticisme, vriendelijkheid en openheid voor zo’n 20 tot 45% zijn aangeboren. Voor de rest worden deze eigenschappen gevormd door invloeden uit de omgeving, zoals ouders, school, vrienden, et cetera.

Bron: www.123test.nl

Maar nu je genen

Tegenwoordig weten we dankzij tweelingenonderzoek steeds meer over de invloed van genen of de omgeving op de ontwikkeling van het kind. Dit type onderzoek observeert eeneiige tweelingen die apart van elkaar opgroeien, dus in verschillende gezinnen en omgevingen. Eeneiige tweelingen delen 100% van hun genen. Wanneer eeneiige tweelingen die apart van elkaar opgroeien op een bepaalde eigenschap van elkaar verschillen, moet dat dus wel komen door omgevingsfactoren. Je weet dan dat die eigenschap (deels) is aangeleerd.

Eerst de zintuigen!!!!!

Hersenen zijn bij de geboorte nog niet af.

Eerst ontwikkelen zich de gebieden die te maken hebben met de zintuigen

Daarna:

Ontwikkelen de taal en motoriek. 

Later gaan de gebieden samenwerken en kan een kind complexe vaardigheden leren.

Elk gebied ontwikkelt zich pas wanneer de hersenen daaraan toe zijn!

Een som maken?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

Naar de bioscoop gaan?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

Het gebruiken van kleuren verf?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

een stappenplan leren?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

Ruzie maken?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

Een auto file parkeren?
Welke bewering klopt?
Ga staan voor A, blijf zitten voor B

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

Nu zelf aan de slag:

Ga aan het werk met de lesstof van vandaag. 

Kies 1 van de leerstrategieën van het begin van de les en gebruik deze om de lesstof tot je te nemen

Pauze

Sinterklaasopdracht

Sinterklaasopdracht

Sinterklaasopdracht

Sinterklaasopdracht

Werken aan:

• Maken werkboekopdrachten hoofdstuk 3.1 of 4.1
• Invoegen theorie in de tabel

Exit ticket