23/24 4.2 Spanningsbronnen 2KT

Welkom! 
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
Meld je aan bij lesson-up met je google account.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Opstarten (5 min)
  • Terugblikken stroomkring (5 min)
  • Uitleg spanningsbronnen (10 min)
  • Opdrachten 4.2 (20 min)
  • Afsluiten (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Terugblikken
5 minuten

Slide 3 - Diapositive

De vorige les kon jij:
  • uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn en daar voorbeelden van geven.
  • uitleggen wat stroom is.
  • uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  • uitleggen hoe je stroom meet.
  • ampère en milliampère in elkaar omrekenen.




Slide 4 - Diapositive

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 5 - Quiz

Wat is stroom?
A
Hoeveelheid energie
B
Hoeveel lading er beweegt
C
Hoeveel lading een voorwerp heeft
D
De hoeveelheid elektrische energie

Slide 6 - Quiz

Als een stroomkring wordt gesloten gaan de lampjes in de stroomkring aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is een andere naam voor stroommeter?
A
Ampèremeter
B
Voltmeter
C
Energiemeter

Slide 8 - Quiz

Omrekenen van ampere
100mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 9 - Quiz

Uitleg
10 minuten

Slide 10 - Diapositive

Aan het eind van deze les kan jij:
  • uitleggen wat het verschil tussen spanning en stroomsterkte is.
  • een aantal spanningsbronnen noemen.
  • de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  • uitleggen wat er gebeurt als je een apparaat op de verkeerde spanning aansluit.
  • uitleggen hoe je spanning meet.




Slide 11 - Diapositive

Spanning en stroom
Stroom = de bewegende lading.

Spanningsbron = de motor van de stroom, het gene dat er voor zorgt dat de lading gaat bewegen.

Slide 12 - Diapositive

Wat is stroom?
A
Hoeveelheid energie
B
Hoeveel lading er beweegt
C
Hoeveel lading een voorwerp heeft
D
De hoeveelheid elektrische energie

Slide 13 - Quiz

Wat doet een spanningsbron?
A
Die zorgt er voor dat de spanning gaat lopen.
B
Die zorgt er voor dat de stroom gaat lopen.
C
Zorgt voor een slechtere geleiding in een stroomkring
D
Zorgt voor een betere geleiding in een stroomkring

Slide 14 - Quiz

Voorbeelden van spanningsbronnen
230 V!!!!!
Condensator
Batterij
Stopcontact
Accu

Slide 15 - Diapositive

Wat is GEEN spanningsbron?
A
Batterij
B
Stopcontact
C
Accu
D
Stekker

Slide 16 - Quiz

Werken met spanningsbronnen
Als je meerdere batterijen achter elkaar schakelt mag je de spanning optellen.

Gebruik je te weinig spanning, dan werkt je apparaat niet goed.

Gebruik je te veel spanning, dan gaat je apparaat stuk.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de spanning?

A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 18 - Quiz

Hoe groot is de spanning die door deze batterijen geleverd wordt?(1,5 V per batterij)
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V

Slide 19 - Quiz

Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij)
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V

Slide 20 - Quiz

Spanning en stroom meten

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Spanningsmeter en stroommeter aansluiten
Een stroommeter (A) staat in de stroomkring.
Een spanningsmeter (V) staat buiten de stroomkring.

Slide 23 - Diapositive

Wat meet je met een voltmeter?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand
D
Lading

Slide 24 - Quiz

Wat geeft de voltmeter aan?
A
0 Volt
B
60 Volt
C
30 Volt
D
50 Volt

Slide 25 - Quiz

Wat is de spanning op de voltmeter?
A
4V
B
4,5V
C
8V
D
9V

Slide 26 - Quiz

Wat meet deze voltmeter
A
18 A
B
9 V
C
9 A
D
18 V

Slide 27 - Quiz

Zelfstandig werken
20 minuten

Ga naar: 
magister → leermiddelen → nova → hoofdstuk 4 → 4.2

Maak opdracht 1 t/m 13

Slide 28 - Diapositive

Les afsluiten
10 minuten

Slide 29 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat het verschil tussen spanning en stroomsterkte is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Ik kan een aantal spanningsbronnen noemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Ik kan de spanning berekenen als je met meerdere batterijen werkt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Ik kan uitleggen hoe je spanning meet.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Ik kan uitleggen wat er gebeurt als je een apparaat op de verkeerde spanning aansluit.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage