Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Stroomkringen
Na deze les kan je uitleggen:
Wat stroom is
Wat een gesloten stroomkring is
Wat geleiders zijn
Wat isolatoren zijn
Wat stroomsterkte is
Wat je met een schakelaar kan doen
Wat een spanningsbron doet
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we doen:
korte uitleg
zelf aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Stroomkringen
In de vorige les hebben we het gehad over stroom
Wat stroom nu eigenlijk is
Slide 3 - Diapositive
Wat is stroom:
A
Een lading positronen
B
Het bewegen van elektronen
C
Het maken van warmte
D
Het veroorzaken van ruis
Slide 4 - Quiz
Stroomkringen
In de vorige les hebben we het gehad over stroom
Stroom is dus eigenlijk het rondgaan van elektronen. Deze elektronen hebben wat energie bij zich.
Op het moment dat ze bij een apparaat komen wordt die energie door het apparaat gebruikt
De elektronen gaan verder om weer van nieuwe energie te worden voorzien.
Dus van begin tot eindpunt gaan er elektronen: een STROOMKRING
Slide 5 - Diapositive
Stroomkringen
In de vorige les hebben we het gehad over stroom
Stroom is dus eigenlijk het rondgaan van vrachtwagens. Deze vrachtwagens hebben wat energie bij zich.
Op het moment dat ze bij een apparaat komen wordt die energie door het apparaat gebruikt
De vrachtwagens gaan verder om weer van nieuwe energie te worden voorzien.
Dus van begin tot eindpunt gaan er elektronen: een STROOMKRING
Slide 6 - Diapositive
Stroomkringen
de STROOMKRING:
Die bestaat dus uit stoffen waar elektronen (makkelijk) door heen kunnen gaan.
Dit soort stoffen noemt men geleiders.
Stoffen waar elektronen maar heel moeilijk doorheen kunnen gaan (of helemaal niet) noemt men isolatoren
Slide 7 - Diapositive
Bij de trein gebruikt men koperdraad om de trein van stroom te voorzien. Dit koperdraad noemt men dan ook een
A
geleider
B
isolator
C
een kunststof
Slide 8 - Quiz
Een stekker is van kunststof omdat het
A
een geleider is
B
een isolator is
C
een stroomkring is
D
sterk is
Slide 9 - Quiz
Stroomkringen
Koper draad en ander metalen zijn goede geleiders (stof eigenschap van metalen) elektronen van metalen kunnen gemakkelijk van deeltje naar deeltje springen
Kunststof, rubber en gassen zijn goede isolatoren (omdat de elektronen moeilijk van deeltje naar deeltje kunnen gaan)
Een gesloten stroomkring bestaat dus uit een gesloten kring van geleiders
Een schakelaar kan van een gesloten kringen een open kring maken en anders om.
Als een schakelaar open staat zit er lucht (gas) tussen de aansluitpunten.
Slide 10 - Diapositive
Stroomkringen
Je kan ook het aantal elektronen dat door een geleider raced meten, dat doe je met een stroommeter
Men heeft afgesproken om de hoeveelheid elektronen die door een geleider gaat in Ampère uit te drukken: De stroomsterkte wordt dus uitgedrukt in een aantal Ampère.
Slide 11 - Diapositive
Stroomkringen
Je kan ook het aantal vrachtwagens dat door een geleider rijdt meten, dat doe je met een stroommeter
Men heeft afgesproken om het Aantal vrachtwagens die door een geleider gaat in Ampère uit te drukken: Dit heet de stroomsterkte
De stroomsterkte wordt dus uitgedrukt in een aantal Ampère.
Slide 12 - Diapositive
aan de slag!
maken opdracht 1 t/m 16 op bladzijde 78 t/m 82
Klaar? verder met 19 t/m 31 op bladzijde 84 t/m 88
rood = geluid 0 (iedereen is stil)
oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
Slide 13 - Diapositive
kahoot
Slide 14 - Diapositive
Stroomkringen
Omdat je de stroom wilt meten moet je een ampèremeter altijd in een stroomkring opnemen
Omdat je in bijvoorbeeld auto's moeilijk de ampèremeter
in de stroom kan opnemen is de z.g. ampèretang
ontwikkeld. Deze werk op een ander principe,
maar geeft ook de stroomsterkte van elektronen
in een geleider aan
Slide 15 - Diapositive
Een Ampère meter meet
A
Hoe snel elektronen er per seconde door een geleider gaan
B
Hoeveel elektronen er per seconde door een geleider gaan
C
Hoe groot de elektronen zijn die door een geleider gaan
Slide 16 - Quiz
Om de stroomsterkte kunnen meten moet de meter worden opgenomen in een
A
open stroomkring
B
gesloten schakelaar
C
isolator
D
gesloten stroomkring
Slide 17 - Quiz
20 mA =
A
0,002 A
B
0,02 A
C
0,2 A
D
2 A
Slide 18 - Quiz
0, 635 A =
A
6,35 mA
B
63,5 mA
C
635 mA
D
6350 mA
Slide 19 - Quiz
Een Ampère meter meet
A
Hoe snel elektronen er per seconde door een geleider gaan
B
Hoeveel elektronen er per seconde door een geleider gaan
C
Hoe groot de elektronen zijn die door een geleider gaan
Slide 20 - Quiz
Spanningsbronnen
Om elektronen door een draad heen te "pompen" is er een pomp nodig die er druk op zet.
Een dergelijk pomp wordt ook wel een spanningsbron genoemd
Door ergens voldoende spanning op te zetten komt iets in beweging
Als je voldoende spanning op een lampje zet komen voldoende elektronen in beweging om het lampje van energie te voorzien om warm te worden en licht te kunnen geven
Slide 21 - Diapositive
Spanningsbronnen
Voorbeelden van spanningsbronnen zijn:
je kan je voorstellen dat je met een
batterij geen auto kan starten
Dus spanningsbronnen komen voor
in verschillende vormen en sterktes
Als je laptop of chromebook direct op een
stop contact zet brand het door
Slide 22 - Diapositive
Spanningsbronnen
Om een apparaat te laten werken moet het van de juiste spanningsbron worden voorzien
Daarnaast kan men de spanning van de bron meten
Dat doet men met een voltmeter of spanningsmeter, ook hier analoog (links) of digitaal (rechts)
Om dat je het verschil meet tussen de plus en de min kan van een spanningsbron noemt men dit ook wel een paralelle meting
Slide 23 - Diapositive
Spanningsbronnen
Om dat je het verschil meet tussen de plus en de min kant van een spanningsbron of apparaat noemt men dit ook wel een paralelle meting.
Slide 24 - Diapositive
Spanningsbronnen
Spannings bronnen leveren dus spanning (druk) om elektronen rond te pompen.
Bekende spanningsbronnen zijn het stopcontact, dse accu, een dynamo en de batterij
Als je spanningsbronnen op de juiste manier is serie (na elkaar, plus aan de min) schakelt mag je de spanningen bij elkaar optellen.
dus 2 accu's van 12 V geven de werking als 1 accu van 24 V
Slide 25 - Diapositive
Twee batterijen van 1,5 V worden correct in serie geschakeld. Wat is de spanning van die schakeling
A
0 A
B
1,5 V
C
3 V
D
3 A
Slide 26 - Quiz
6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V
Slide 27 - Quiz
Spanningsbronnen
Een blokbatterij bestaat dan ook
uit 6 staafbatterijtjes van 1,5 V
Een platte batterij bestaat dan ook uit 3 staafbatterijtjes van 1,5 V en dit levert samen 4,5 V
Slide 28 - Diapositive
45 mV =
A
45 V
B
4,5 V
C
0,45 V
D
0,045 V
Slide 29 - Quiz
0,188 V =
A
1,88 mV
B
18,8 mV
C
188 mV
D
1880 mV
Slide 30 - Quiz
Stroomkringen en Spanningsbronnen
Kan je nu uitleggen
Wat stroom is
Wat een gesloten stroomkring is
Wat geleiders zijn
Wat isolatoren zijn
Wat stroomsterkte is
Wat je met een schakelaar kan doen
Wat een spanningsbron doet
Slide 31 - Diapositive
Stroomkringen en Spanningsbronnen
Slide 32 - Diapositive
aan de slag!
afmaken opdracht 1 t/m 12 van §4.1
klaar? maken opdracht 1 t/m 10 van §4.2
rood = geluid 0 (iedereen is stil)
oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)