Spelling Blok 5 1KT

Spelling - Blok 5
1KT
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling - Blok 5
1KT

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Bedankt een (stuk) zin in de volgende volgorde:
lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord

2. Zorg ervoor dat het bijvoeglijk naamwoord een werkwoord wordt.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VD als BN 
(voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
Zie je achter een werkwoord een zelfstandig naamwoord  staan dat erbij hoort?
Dan is het een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord!

Zorg ervoor dat het goed uitgesproken wordt als je het zo kort mogelijk schrijft.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dus? Hoe schrijven we een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De douane haalde de mensen met de (vervalsen) paspoorten er meteen uit.
A
vervalsde
B
vervalsden
C
vervalste
D
vervalsten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
De (verbreden) weg

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Het haar is gekamd. Het ... haar.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

(voorsnijden) .... groente

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het (verpesten) feest
A
verpeste
B
verpestten
C
verpestte
D
verpesten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

(bakken) .... brood

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het (verlaten) gebouw werd door krakers bezet.
A
verlate
B
verlaten
C
verlaatte
D
verlaatten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 'bezitsvorm' is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie (bezitsvorm)
= als iets van iemand is
Ik leen de kleren van mijn zusje --> Ik leen mijn zusjes kleren.


Spelling?
  • een 's' erachter.                                                                                         Mariekes etui
  • Klinkt dat gek? Gebruik dan een apostrof 's                                Kelly's etui
  • Een sisklank aan het eind? Gebruik alleen een apostrof '     Tess' etui

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezitsvorm
Helena + fiets
A
Helenaas fiets
B
Helena's fiets
C
Helenas fiets

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste bezitsvorm
A
Tülay's telefoon
B
Tülays telefoon

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 19 - Quiz

Getallen onder de 20 schrijf je voluit

Theorie (getallen)
In teksten gebruik je meestal geen cijfers:
bij hoeveelheden onder de twintig, tientallen en bij ronde getallen schrijf je ze voluit.

Uitzonderingen:
  • Volgens het onderzoek was maar 13 procent van de mensen tevreden over de cursus.
  • In het recept staat dat we 25 gram suiker moeten toevoegen.
  • Het huis van mijn tante ligt aan een drukke weg waar het verkeer met 80 kilometer per uur langs raast.
  • De afgeprijsde televisie kost nu 299 euro.

In teksten schijf je ook €, %, kg of cm voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Domtoren in Utrecht telt ... treden.
A
465
B
vierhonderdvijfenzestig

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op sommige stukken snelweg mag je ... kilometer per uur rijden.
A
130
B
honderddertig

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig jaar had ... huishoudens een kerstboom in huis.
A
3 van de 4
B
drie van de vier

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat komt dus neer op ... procent.
A
75
B
vijfenzeventig

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn zus wordt woensdag
... jaar.
A
16
B
zestien

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In onze schoolkantine kost een broodje gezond
...
A
€ 2,-
B
twee euro

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens het verkorte rooster duurt een lesuur maar ... minuten.
A
40
B
veertig

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ... dag van de avondvierdaagse is meestal het zwaarst.
A
3e
B
derde

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn moeder heeft schoenmaat
...
A
40
B
veertig

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland leven ongeveer 2000 /
tweeduizend soorten vlinders.
A
2000
B
tweeduizend

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu werken jullie!

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions