3.3 Warmte

1 / 28

Slide 1: Diapositive

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Herhaling: rendement

Het rendement geeft aan hoeveel procent energie of vermogen nuttig gebruikt wordt.

Slide 3 - Diapositive

vermogen en arbeid

De arbeid die een persoon per seconde levert is het mechanisch vermogen.
Het mechanisch vermogen wordt uitgedrukt in watt (W) 1 W = 1 J/s

Het vermogen is de arbeid die per seconde wordt verricht. Dus P = W/t
Het vermogen is een hoeveelheid energie die een apparaat per seconde kan omzetten. Dus P = E/t

Slide 4 - Diapositive

Grootheden en eenheden bij energie

Grootheid

symbool

afkorting van de eenheid

Arbeid

Kracht

Afstand

Vermogen

W(att)

Energie

J of kWh

Warmte

Slide 5 - Diapositive

Grootheid

Symbool

Afkorting van de eenheid

Tijd

s of h

Temperatuur

^oC of K

Slide 6 - Diapositive

Leren:

P = vermogen in Watt en 1 W = 1 J/s
E= energie in J of kWh
1 kWh = 3600000 J
v = snelheid in m/s of km/h
1 m/s = 3,6 km/h

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is de temperatuur van de koffie met melk?

Ongeveer 10 graden Celsius

Ongeveer 40 graden Celsius

Ongeveer 70 graden Celsius

Ongeveer 80 graden Celsius

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

soortelijke warmte

De warmte die nodig is om

1 kg van een stof 1 graad ^oC te laten stijgen. Bij water heb je heel veel warmte nodig om de temperatuur te laten stijgen.

De soortelijke warmte van water is:

4180 \frac{​ J ​ ​}{​ k g \cdot ^{​ O ​ ​} C ​}

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld opgave

Een blokje aluminium (m= 60 g) ligt in kokend water.

Dit blokje wordt in koud water gedaan (m = 100 g) het water heeft dan een temperatuur van 20 ^oC. Na enkele seconden hebben het water en blokje een temperatuur van 29 ^oC.

Je mag er vanuit gaan dat er geen warmte verloren gaat naar de omgeving

^{Bereken de soortelijke warmte van het aluminium blokje.}

Slide 17 - Diapositive

Uitwerking 1:

Gegeven:
Blokje Al van 60 g
Water m = 100 g
c_water = 4180 J/(kg x ^oC)
T_{begin Al}= 100 ^oC
T_{begin water}= 20 ^oC
T_eind= 29 ^oC

Q^{​ o p ​ ​} = c^{​ w a t e r ​ ​} \cdot m \cdot Δ T

Q^{​ a f ​ ​} = c^{​ A l ​ ​} \cdot m \cdot Δ T

Q^{​ o p ​ ​} = Q^{​ a f ​ ​}

Slide 18 - Diapositive

Uitwerking 2:

Q^{​ o p ​ ​} = 4180 \cdot 0, 100 \cdot 9 = 3762 J

Q^{​ a f ​ ​} = c^{​ A l ​ ​} \cdot 0, 060 \cdot 71

3762 = c^{​ A l ​ ​} \cdot 0, 060 \cdot 71

c^{​ A l ​ ​} = \frac{​ 3 7 6 2 ​ ​}{​ ( 0 , 0 6 0 \cdot 7 1 ) ​} = 880 \frac{​ J ​ ​}{​ k g \cdot ^{​ o ​ ​} C ​}

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Wat is het energiezuinigste?

6 minuten douchen met water van 40 C en 5 liter per minuut

6 minuten douchen met water van 35 C en 6 liter per minuut

8 minuten douchen met water van 40 C en 4 liter per minuut

8 minuten douchen met water van 35 C en 5 liter per minuut

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Waarom zitten er gaten in de remschijf?

Dat vergroot de soortelijke warmte

Dat vergroot de warmte capaciteit

Dat zorgt voor meer koeling

Dat zorgt dat regen geen effect heeft op de remktracht

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive