Skelet mens, kraakbeen- en beenweefsel

H7 Stevigheid en beweging
Vandaag staat basisstof 1 en 2 op het programma
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H7 Stevigheid en beweging
Vandaag staat basisstof 1 en 2 op het programma

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 1: Het skelet van de mens

Slide 2 - Diapositive

Dit moet je aan het eind van de les weten!
Leerdoelen:
basisstof 1:
- Je kunt de beenderen of botten benoemen van het skelet
- Je kunt de functies van het skelet benoemen
- Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen
- Je kunt verband leggen tussen de vorm en functie van botten bij zoolgangers, teengangers en hoefgangers



Slide 3 - Diapositive

Welke functie(s) heeft het skelet?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Welke 2 Typen beenderen zijn er?
A
Botbeenderen en Gewrichtsbeenderen
B
pijpbeenderen en platte beenderen
C
Botten en kraakbeen

Slide 6 - Quiz

In welk beenmerg worden roden bloedcellen geproduceerd?
A
Rood beenmerg
B
Geel beenmerg

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het deel tussen de koppen van de pijpbeenderen waarin het gele beenmerg zit?
A
Rode beenmerg
B
Beenholte
C
Mergholte
D
Knopholte

Slide 8 - Quiz

Rood beenmerg, geel beenmerg en de mergholte komen voor in welke soorten beenderen?
A
Alleen pijpbeenderen
B
Alleen platte beenderen
C
In beide beenderen

Slide 9 - Quiz

  • Pijpbeenderen (Dijbeen, opperarmbeen, spaakbeen, etc) →→→
​- Rood beenmerg: produceert bloedcellen
​- Geel beenmerg: Zit in Mergholte en slaat vet op.


Platte beenderen (in schedel, schouderblad, ribben) →→→
​- Alleen Rood beenmerg


 

Slide 10 - Diapositive

Je ziet hier een skelet van een hyena.
Wat voor soort -ganger is dit?
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 11 - Quiz

Hiernaast zie je een skelet van een aap
Wat voor soort -ganger is een aap?
A
Zoolganger
B
Topganger
C
Teenganger

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Basisstof 2: kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 14 - Diapositive

Leerdoel
basisstof 2:
- Je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en in een afbeeldingen de delen benoemen. Ook kun je beschrijven hoe de samenstelling van de beenderen verandert tijdens het leven.

Slide 15 - Diapositive

Kraakbeenweefsel is stevig, maar toch ook heel erg buigzaam. Voel bij jezelf. Welke delen op je hoofd zullen veel kraakbeenweefsel bezitten?

Slide 16 - Question ouverte

Op het plaatje hiernaast zie je groepjes cellen.
Wat voor soort weefsel is te zien op dit plaatje?
A
Beenweefsel
B
Kraakbeenweefsel

Slide 17 - Quiz

Welk weefsel is harder?
A
Kraakbeenweefsel
B
Beenweefsel

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Waar bestaat beenweefsel voor het grootste deel uit?

Slide 20 - Question ouverte

  • Beenweefsel

​- Tussencelstof bestaat uit kalkzouten (stevig) en lijmstof (soepel)
​- Is harder dan tussencelstof Kraakbeenweefsel
​- Cellen liggen in kringen om kanaaltjes


  • Kraakbeenweefsel
​- Zowel stevig als buigzaam
​- Liggen in groepen bij elkaar in tussencelstof

Slide 21 - Diapositive

Baby's zijn veel soepeler dan ouderen mensen. Hoe kan dat?
A
Ze hebben nog niet alle botten waardoor ze meer bewegingen kunnen maken
B
De botten van de baby's bevatten veel meer kraakbeenweefsel dan beenweefsel
C
Het lijkt maar zo omdat kinderen veel kleiner zijn dan oudere mensen

Slide 22 - Quiz

Waarom krijgen ouderen sneller een botbreuk?
A
Hun botten zijn minder flexibel omdat hun botten meer uit beenweefsel zijn gaan ontstaan
B
Hun botten zijn te flexibel omdat hun botten uit teveel kraakbeenweefsel is gaan bestaan

Slide 23 - Quiz

Verschil botten baby en ouderen
  • Botten Baby's→ Veel kraakbeenweefsel (flexibel)

  • Botten Ouderen→ voornamelijk beenweefsel. 
- Bij het ouder worden maakt tussencelstof steeds minder lijmstof en meer       klakzouten → minder buigzaam/ sneller breken van botten

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen
basisstof 1:
- Je kunt de beenderen of botten benoemen van het skelet
- Je kunt de functies van het skelet benoemen
- Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen
- Je kunt verband leggen tussen de vorm en functie van botten bij zoolgangers, teengangers en hoefgangers
Basisstof 2
- je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en in een afbeeldingen de delen benoemen. Ook kun je beschrijven hoe de samenstelling van de beenderen verandert tijdens het leven.

Slide 25 - Diapositive

Wat ga je doen?

Je gaat aan de slag met het huiswerk voor de volgende les.

basisstof 1: opdrachten 1, 2, 5, 6, 8
basisstof 2: opdrachten 9 t / m 11

Slide 26 - Diapositive