thuisgroep skelet mens, kraakbeen- en beenweefsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H7 Stevigheid en beweging

Vandaag staat basisstof 1 en 2 op het programma

Basisstof 1: Het skelet van de mens

Dit moet je aan het eind van de les weten!

Leerdoelen:

basisstof 1:

- Je kunt de beenderen of botten benoemen van het skelet

- Je kunt de functies van het skelet benoemen

- Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen

- Je kunt verband leggen tussen de vorm en functie van botten bij zoolgangers, teengangers en hoefgangers

Skelet van de mens

Neem 10 minuten voor jezelf de tijd om de 

botten te leren. 

Oefenen vervolgens met de onderdelen                                                   

van het skelet: https://biologiepagina.nl/34mavo/Stevigheidbeweging/Oefenenskelet/oefenenskelet.htm 

Ben je klaar met de opdracht maak je van je scherm een screenshot. Als je deze in Word zet en hem opslaat als kan je hem gebruiken. De screenshot lever je op de volgende dia in als bewijs dat je hem hebt gemaakt.

Lever hier je foto in van de opdracht

Welke functie(s) heeft het skelet?

Noem minimaal 2 functies van je schedel

Welke 2 Typen beenderen zijn er?

In welk beenmerg worden roden bloedcellen geproduceerd?

1. Rood beenmerg
2. Geel beenmerg

Hoe heet het deel in de kop van de pijpbeenderen waarin het gele beenmerg zit?

Rood beenmerg, geel beenmerg en de mergholte komen voor in welke soorten beenderen?

1. Alleen pijpbeenderen
2. Alleen platte beenderen
3. In beide beenderen

• Pijpbeenderen (Dijbeen, opperarmbeen, spaakbeen, etc) →→→

​- Rood beenmerg: produceert bloedcellen
​- Geel beenmerg: Zit in Mergholte en slaat vet op.

Platte beenderen (in schedel, schouderblad, ribben) →→→

​- Alleen Rood beenmerg

 

Hiernaast zie je een skelet van een aap
Wat voor soort -ganger is een aap?

1. Zoolganger
2. Topganger
3. Teenganger

Je ziet hier een skelet van een hyena.
Wat voor soort -ganger is dit?

1. Topganger
2. Zoolganger
3. Teenganger

Basisstof 2: kraakbeenweefsel en beenweefsel

Leerdoel

basisstof 2:

- Je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en in een afbeeldingen de delen benoemen. Ook kun je beschrijven hoe de samenstelling van de beenderen verandert tijdens het leven.

Kraakbeenweefsel is stevig, maar toch ook heel erg buigzaam. Voel bij jezelf. Welke delen op je hoofd zullen veel kraakbeenweefsel bezitten?

Op het plaatje hiernaast zie je groepjes cellen.
Wat voor soort weefsel is te zien op dit plaatje?

1. Beenweefsel
2. Kraakbeenweefsel

Welk weefsel is harder?

1. Kraakbeenweefsel
2. Beenweefsel

Waar bestaat beenweefsel voor het grootste deel uit?

• Beenweefsel

​- Tussencelstof bestaat uit kalkzouten (stevig) en lijmstof (soepel)

​- Is harder dan tussencelstof Kraakbeenweefsel

​- Cellen liggen in kringen om kanaaltjes

​

• Kraakbeenweefsel

​- Zowel stevig als buigzaam

​- Liggen in groepen bij elkaar in tussencelstof

Baby's zijn veel soepeler dan ouderen mensen. Hoe kan dat?

1. Ze hebben nog niet alle botten waardoor ze meer bewegingen kunnen maken
2. De botten van de baby's bevatten veel meer kraakbeenweefsel dan beenweefsel
3. Het lijkt maar zo omdat kinderen veel kleiner zijn dan oudere mensen

Waarom krijgen ouderen sneller een botbreuk?

1. Hun botten zijn minder flexibel omdat hun botten meer uit beenweefsel zijn gaan ontstaan
2. Hun botten zijn te flexibel omdat hun botten uit teveel kraakbeenweefsel is gaan bestaan

Verschil botten baby en ouderen

• Botten Baby's→ Veel kraakbeenweefsel (flexibel)

• Botten Ouderen→ voornamelijk beenweefsel. 

- Bij het ouder worden maakt tussencelstof steeds minder lijmstof en meer       klakzouten → minder buigzaam/ sneller breken van botten

Leerdoelen

basisstof 1:

- Je kunt de beenderen of botten benoemen van het skelet

- Je kunt de functies van het skelet benoemen

- Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen

- Je kunt verband leggen tussen de vorm en functie van botten bij zoolgangers, teengangers en hoefgangers

Basisstof 2

- je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en in een afbeeldingen de delen benoemen. Ook kun je beschrijven hoe de samenstelling van de beenderen verandert tijdens het leven.

Wat ga je doen?

Je gaat aan de slag met het huiswerk voor de volgende les.

basisstof 1: opdrachten 1, 2, 5, 6, 8

Basisstof 2: opdrachten 9 t / m 11