14.3 Het ademhalingsstelsel van de mens

14.3 Het ademhalingsstelsel van de mens
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

14.3 Het ademhalingsstelsel van de mens

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Nakijken 14.1 en 14.2
Uitleg 14.3 
Opdrachten maken 14.3
Uitleg 14.4
Verder werken aan de opdrachten
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
14.3.1 Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel van de mens noemen met hun kenmerken en functies.


Je bent aan het sporten en je spant je behoorlijk in. Je raakt buiten adem en gaat sneller en dieper inademen. Je krijgt meer energie en je kunt weer presteren. Het lijkt vanzelf te gaan, maar in werkelijkheid moet er heel wat gebeuren in je lichaam.

Slide 3 - Diapositive

Gaswisseling
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je gaswisseling.

Slide 4 - Diapositive

Het ademhalingsstelsel van een mens

Slide 5 - Diapositive

Neusholte en mondholte

Slide 6 - Diapositive

Keelholte en strottenhoofd

Slide 7 - Diapositive

Luchtpijp en bronchiën
  • Luchtpijp met kraakbeenringen
  • 2 Bronchiën met kraakbeenringen
  • Luchtpijptakjes zonder kraakbeenringen, wel spiertjes
  • Allemaal bekleed met slijmvlies en trilhaarcellen om het slijm naar boven te vervoeren.

Slide 8 - Diapositive

Functie longblaasjes
1. Veel longblaasjes
2. Dunne wand longblaasjes
3. Veel dunne haarvaten
4. Lucht wordt ververst

Groot oppervlak!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

oefening
Hoe werkt het?
- Laat leerlingen hun ademhalingsfrequentie tellen terwijl ze stilzitten (aantal ademhalingen in 30 seconden).
- Laat ze 30 seconden jumping jacks doen.
Laat ze opnieuw tellen hoe snel ze ademen.
Meet hoeveel tijd het kost om terug te keren naar hun normale ademhaling.

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Je maakt van les 14.3
Opdracht 1 t/m 4, 6, 7.

Slide 12 - Diapositive

 14.4 Inademen en uitademen

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
14.4.1 Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.


Je bent aan het sporten en je spant je behoorlijk in. Je raakt buiten adem en gaat sneller en dieper inademen. Je krijgt meer energie en je kunt weer presteren. Het lijkt vanzelf te gaan, maar in werkelijkheid moet er heel wat gebeuren in je lichaam.

Slide 14 - Diapositive

Ventilatie

Slide 15 - Diapositive

Borstademhaling

Slide 16 - Diapositive

Buikademhaling
buik
ademhaling

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
Je maakt van les 14.3
Opdracht 1 t/m 6
Je maakt van les 14.4
Opdracht 1 t/m 6

Slide 18 - Diapositive

Wat gebeurt er wanneer je buiten adem raakt en sneller en dieper gaat inademen?
A
Je neemt minder zuurstof op en geeft minder koolstofdioxide af
B
Je neemt meer zuurstof op en geeft meer koolstofdioxide af
C
Je neemt meer koolstofdioxide op en geeft meer zuurstof af
D
Je neemt evenveel zuurstof op maar geeft meer koolstofdioxide af

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel is bekleed met slijmvlies en trilhaarcellen?
A
Neusholte en mondholte
B
Luchtpijp en bronchiën
C
Longblaasjes
D
Keelholte en strottenhoofd

Slide 20 - Quiz

Als je je verslikt...
A
Is je huig open en je strottenhoofd dicht
B
Is je huig dicht en je strottenhoofd open
C
Zijn je huig en strottenhoofd dicht
D
Zijn je huig en strottenhoofd open

Slide 21 - Quiz

Wat moet er gebeuren in je lichaam tijdens diepe inademing?
A
De ademhalingsspieren ontspannen.
B
De buikspieren trekken samen.
C
Het middenrif beweegt omlaag.
D
De ribben bewegen naar beneden.

Slide 22 - Quiz

Wat is gaswisseling in het ademhalingsstelsel?
A
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide
B
Het opnemen van koolstofdioxide en het afgeven van zuurstof
C
Het filteren van schadelijke stoffen uit de lucht
D
Het transporteren van zuurstof naar de organen

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurt er wanneer je buiten adem raakt?
A
Je ademt rustiger en langzamer.
B
Je gaat sneller en dieper inademen.
C
Je gaat oppervlakkiger ademen.
D
Je stopt met ademen.

Slide 24 - Quiz

Wat is de functie van de luchtpijp en bronchiën in het ademhalingsstelsel?
A
Het afgeven van koolstofdioxide aan de lucht
B
Het transporteren van lucht naar de longen
C
Het opnemen van zuurstof uit de lucht
D
Het reguleren van de ademhaling

Slide 25 - Quiz

Kan je nu?
de delen van het ademhalingsstelsel van de mens noemen met hun kenmerken en functies?

beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden?

Slide 26 - Diapositive