4.4 Brandstof voor de toekomst

Brandstoffen
4.4 Brandstof voor de toekomst
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Brandstoffen
4.4 Brandstof voor de toekomst
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert over energiesoorten.
  • Je leert over biotechnologie.
  • Je leert over bioalcohol, biogas en biodiesel.
  • Je leert over aardgas, LNG en CNG.
  • Je leert over waterstof.















Slide 3 - Diapositive

Energiesoorten
  • Bij de verbranding van een brandstof ontstaat warmte (= vorm van energie) 
  • -> energie druk je uit in J (Joule)

  • Chemische energie
  • Energie die vrijkomt bij een chemische reactie (bv verbranding) en zit opgeslagen in de beginstoffen
  • Chemische energie -> warmte, bewegingsenergie, elektrische energie etc.


Slide 4 - Diapositive

Welke energiesoort zit er in alle brandstoffen?
A
elektrische energie
B
bewegingsenergie
C
chemische energie
D
warmte

Slide 5 - Quiz

In een motorboot gebruik je een motor om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegings-energie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de motor, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de golven wordt omgezet in beweging van de boot

Slide 6 - Quiz

Energieverbruik ligt rond de 3200 PJ (pèta = biljard) per jaar.
1 PJ = 10^15

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Biobrandstoffen (biodiesel of bioalcohol) worden gemaakt van biomassa. Biomassa is de massa van organische stoffen of organismen.
Om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen wordt er onder andere gebruik gemaakt van biobrandstoffen.
Er zijn drie groepen biobrandstoffen:
1e generatie, 2e generatie en 3e generatie biobrandstoffen, die elk op een verschillende manier geproduceerd worden.

Slide 9 - Diapositive

Drie generaties biobrandstoffen
  • Eerste generatie: speciaal geteeld op landbouwgrond
  • Tweede generatie: plantaardig afval, zoals mais, graan en ingezamelde frituurolie
  • Derde generatie: gemaakt uit algen, schimmels en bacteriën

Slide 10 - Diapositive

Waarom draagt de verbranding van koolzaad NIET bij aan het versterkte broeikaseffect?

Slide 11 - Question ouverte

Een onvolledige verbranding herken je aan:...
A
roetvorming en oranje vlammen
B
roetvorming en blauwe vlammen
C
waterdamp en oranje vlammen
D
waterdamp en blauwe vlammen

Slide 12 - Quiz

Biotechnologie
Het verbeteren van biologische processen, waardoor bv de opbrengst van gewassen hoger wordt.
  • Genetische modificatie: veranderen van genen in het DNA -> veranderende werking van enzymen van planten, gisten of bacteriën
  • Een enzym is een biologische katalysator: een stof die een bepaalde reactie mogelijk maakt

Slide 13 - Diapositive

Productie bioalcohol in schema

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Biogas
Biogas ontstaat door vergisting van mest, rioolslib of composteerbaar huisvuil in afwezigheid van zuurstof.
  • Biogas: 66 vol% methaan, 33 vol% koolstofdioxide
  • Groengas is gezuiverd biogas (minimaal 82 vol% methaan)

Slide 16 - Diapositive

Biodiesel
Biodiesel wordt geproduceerd uit oliehoudend afval en frituurvet: 2e generatie biobrandstof
  • Biodiesel heeft een lagere energiewaarde dan diesel (vgl met opdracht 31b)
  • Om biodiesel te maken moet plantaardige olie reageren met methanol.

Slide 17 - Diapositive

Wat is het verschil tussen duurzame en fossiele energie?

Slide 18 - Question ouverte

Aardgas
Aardgas bestaat uit:
  • Methaan (gehalte varieert tussen 70 en 94%)
  • Stikstof
  • Andere gassen

Bij een aantal tankstations kun je aardgas tanken in de vorm van CNG of LNG (allebei vloeibaar aardgas)
  • CNG (Compressed Natural Gas: vloeibaar door samenpersen van gas
  • LNG (Liquid Natural Gas): vloeibaar door afkoelen (nabij oliebronnen -> gas moet eerst gezuiverd worden)

CNG en LNG zijn veiliger en goedkoper dan LPG
  • Dichtheid LPG groter dan CNG en LNG -> bij lekkage verspreiding over de grond


Slide 19 - Diapositive

Waterstof
Bij verbranding van waterstof (H2) ontstaat alleen water.


Eigenschappen waterstof
  • Zeer brandbaar
  • Explosief
  • Altijd eerst zelf maken door elektrolyse van water (energie nodig dat opgewekt is door fossiele brandstoffen)

Tevens ontbreekt er nog een infrastructuur om op voldoende plaatsen waterstof te kunnen tanken


Slide 20 - Diapositive

Nabespreken
  • Je leert over energiesoorten.
  • Je leert over biotechnologie.
  • Je leert over bioalcohol, biogas en biodiesel.
  • Je leert over aardgas, LNG en CNG.
  • Je leert over waterstof.















Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Leren en maken 4.4

Slide 22 - Diapositive