Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom A3B!
Ga rustig zitten op je nieuwe plek.
Telefoon op stil & in je tas.
Slide 1 - Diapositive
werk alleen
maak De brug grammatica zinsdelen opdracht 1 t/m 7 (blz. 252-255)
bedenk over welke opdracht jij uitleg wilt
werk aan je boekverslag
Klaar?
Maak De brug gramm. woordsoorten (blz. 256-259)
timer
30:00
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Doelen
Ik kan zinnen ontleden in de vaste volgorde.
Ik kan het naamwoordelijk gezegde benoemen.
Waarom?
basis van formuleren, spelling klas 4
Wat gaan we doen? (50 min.).
startopdracht 10 min.
voorkennis / uitleg 10 min.
zelfst. werken 20 min.
doel bereikt? 5 min.
Slide 29 - Diapositive
zinnen ontleden
persoonsvorm (PV)
onderwerp (OW)
werkwoordelijk gezegde (WG)
lijdend voorwerp (LV)
meewerkend voorwerp (MV)
bijwoordelijke bepaling (BWB)
Slide 30 - Diapositive
naamwoordelijk gezegde
Mijn vriend bakt vaak taarten.
Mijn vriend is bakker.
Slide 31 - Diapositive
wederkerende werkwoorden
Hij verslaapt zich elke maandag.
Zij amuseert zich op het schoolfeest.
verplicht wederkerend: onderdeel van WG
toevallig wederkerend: wederk. vnw = LV
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
opdracht 3
wg = moet zich schamen
wg = verstopte lv = je
wg = bezeerde lv = me
wg = moeten zich concentreren
wg = moet je bemoeien
wg = kleed aan lv = me
Slide 34 - Diapositive
voorzetselvoorwerp
= het zinsdeel vanaf het vaste voorzetsel bij werkwoorden met een vast voorzetsel
Ik wacht al uren op de bus.
Slide 35 - Diapositive
bijvoeglijke bepaling
= geen zelfstandig zinsdeel!
'ondergeschikte bijwoordelijke bepaling'
kan ín een bijv. bep. zitten
Slide 36 - Diapositive
opdracht 5
Volgens het nieuwsbericht / komen / de net ontdekte overblijfselen / uit de ijstijd. bijv.bep = net ontdekte → overblijfselen obwb = net → ontdekte
Op het pas gerenoveerde stationsplein in Eindhoven / wordt / een enorm lelijk kunstwerk / geplaatst. bijv.bep = pas gerenoveerde → stationsplein obwb = pas → gerenoveerde bijv.bep = in Eindhoven → stationsplein bijv.bep = enorm lelijk → kunstwerk obwb = enorm → lelijk
Slide 37 - Diapositive
Doel bereikt?
Aan de Zeeuwse kust verschijnen steeds meer luxe vakantieresorts.