1A Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

1A Nederlands

Wat gaan we doen?

- Voorlezen

- Bespreken wat jullie gaan leren deze les

- Uitleg van het nieuwe onderdeel

- Aan de slag met de opdrachten

Blauwe plekken

Wat gaan we leren?

Je leert de persoonsvorm van een zin vinden.

Persoonsvorm

In elke zin staan één of meer werkwoorden.

Welke werkwoorden staan er in deze zin? 

Christiaan wilde graag een scooter kopen. 

Persoonsvorm

Christiaan wilde graag een scooter kopen.

Een van de werkwoorden in de zin noemen we de persoonsvorm. 

De persoonsvorm vinden

Christiaan wilde een scooter kopen. 

Er zijn twee manieren om de persoonsvorm te vinden:

1. Tijdproef

2. Vraagproef

Vraagproef

Christiaan wilde een scooter kopen.

1A is aan het oefenen.

Maak van de zin een vraag. Het woord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Tijdproef

Christiaan wilde een scooter kopen.

1A is aan het oefenen.

Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Oefenen

Morgen gaan we fietsen naar de dierentuin.

Zaterdag moet ik naar mijn oma.

We lopen naar de natuurtuin.

Maak van elke zin een vraag.

Zet elke zin in een andere tijd.

Schrijf van elke zin de persoonsvorm op.

Aan de slag

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4

Op bladzijde 200 en 201

Je maakt de opdrachten op het blaadje. Het blaadje lever je aan het einde van de les bij mij in!

Wat hebben we geleerd?

Je leert de persoonsvorm van een zin vinden.