Adverbs of place and time

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Word order / Possesive 's

Today

Choose a grammar subject and grab a worksheet!

When you are finished bring your worksheet to me ! 

Woordvolgorde

Today

• What types of words makes up a sentence?
• How do I write a correct English sentence?
• What should I pay attention to when formulating sentences in English?

Woordvolgorde

Woordvolgorde is de manier waarop een Engelse zin opgebouwd is uit woorden.

Je houd een bepaalde volgorde aan van verschillende woorden en daar vorm je een correcte Engelse zin mee.

Voorbeelden

I - am walking - to school - today.

Wie - doet? - wat? - wanneer?

(Yesterday ) She - bought - a blue dress. 

(wanneer?) - wie? - doet? - wat/wie? - waar? - wanneer?

They - are - usually - at the gym - on Mondays.

wie? - doet? - (hoe vaak)?- wat? - waneer? 

Let op:

Adverbs of Time are: 

and can be placed infront or at the end of a sentence.

Adverbs of Frequecy are:  

and can be placed before the verb or at the beginning>>????/?

Woordsoorten

Elk Engels woord hoort bij een woordsoort.
I - we = persoonlijke voornaamwoord
go = werkwoord
to the zoo = plaatsbepaling
always = bijwoord van frequentie
the = lidwoord

Belangrijke woorden

Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt in een zin. Bijvoorbeeld: always, never, sometimes, usually.

Deze woorden staan altijd bij de werkwoorden:
1. bij één werkwoord staan ze ervoor, behalve bij am/are/is/was/were
2. bij twee of meer werkwoorden altijd achter het 1e werkwoord.

Voorbeelden

I always go to the swimming pool on Friday.
They never watch television at home.
He usually drinks a beer in the weekends.

Adverbs of place and time

Adverbs of place and time

adverbs of place (bijwoorden van plaats)

adverbs of time (bijwoorden van tijd)

Tijd en plaats in de zin.

Eerst komt de plaatsbepaling en dan de tijdsbepaling in de zin.
Ezelsbruggetje: patat - toetje.
plaats - tijd.

I saw him at the supermarket last week.
We went to Mexico two years ago.

Tijd en plaats in de zin

* De tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) mag vooraan of achteraan in de zin.
*Je mag de tijd alleen vooraan zetten als dat het belangrijkste in de zin is.

When did you see him? > Yesterday I saw him.

Waar?

Adverbs of place and time komen altijd achteraan in de zin.

Eerst de plaats en dan de tijd:

We are going to swim in the lake tomorrow.

My parents are in Nijmegen today.

I am seeing Pink's new concert at the Ziggo Dome in July.

Maar:

Als het extra belangrijk is om te vermelden wanneer iets gebeurde dan zet je de verwijzing naar tijd helemaal vooraan in de zin:

In July, we are seeing Pink's new concert in the Ziggo Dome.

On Sunday, the minister announced that schools would be closed for three weeks.

Opdracht:

Zet bij de volgende opdracht alle woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken. Zorg dat je elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

Veel succes!

Zet in de juiste volgorde:
He - to the market - on - always - Sundays - goes

in the garden / Peter / yesterday / worked

am going to see / I / that band / on Friday / in Tivoli

this weekend / to go / do you want / to the cinema / ?

will go / they / tomorrow / to the zoo / I think

my parents / next week / won't go / probably / to work

always / in the weekend / watches TV / my little brother

https:

https:

Oefenen

Worksheets

Wat vind ik nog lastig aan de woordvolgorde?

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Game: Duplo Blokken

Flash Cards/ Boards

• I will  give you all a part of a sentence.( a word ) 
• Work together to arrange a correct English sentence.
• Stand in the front of the class in the correct order so that the sentence makes sense.

Possessives

's rules

Lesson goal

At the end of this lesson, I will know what the possessive is and have practiced using it.

How do you say something belongs to someone in English?

English

Indicates possession (bezit) 

Dutch

Indicates that there is more than one. (plural)

What does " 's " mean?

Used to show that a thing belongs to someone or something

• Singular noun: apostrophe + s  ('s)
• Plural noun: apostrophe  (')
  

Example: 

The cat's couch (one cat)

The cats' couch (two or more cats)

Notice how the number of couches does not matter

	one couch	more than one couch
one cat	the cat 's couch	the cat 's couches
more than one cat	the cat s' couch	the ca ts' couches

This structure can be used for whole phrases

The cat next door's bed

(the bed of the cat next door)

The Queen of France's cat

(the cat of the queen of France)

Practice

• The earrings of Isabella are very pretty.
• Isabella's earrings are very pretty.

• The shoes of Mees are nice.
• Mees's shoes are nice.

Sarah is the aunt of Irene.

These are the cats belonging to our friends.

That pencil belongs to Nikola.

wordwall.net