Hoofdstuk 6 par. 3 Werken met weerstanden Deel 1

Hoofdstuk 6
Schakelingen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6
Schakelingen

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6
Paragraaf 3 deel 1
Werken met weerstanden
in een serieschakeling

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Vervangingsweerstand berekenen van weerstanden in serie
  • Uitleggen hoe stroom in een serieschakeling werkt
  • Uitleggen hoe spanning in een serieschakeling werkt
  • De wet van ohm gebruiken om onbekende waarden in een serieschakeling te bepalen.

Slide 3 - Diapositive

Juiste spanning voor het juiste lampje
Een lampje dat bij een spanning van
6V perfect werkt, zal bij een spanning
van 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje dat geschikt is voor een 6V spanningsbron.
Hoe kun je dan toch het lampje gebruiken?
Je moet de stroom dan proberen te verlagen!


Slide 4 - Diapositive

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT -   Als de weerstand groter wordt, 
                  wordt de stroom kleiner.
weerstand

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3


Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Je noemt dit de "totale weerstand"
 of de "vervangings-weerstand".

Slide 7 - Diapositive

Stroomsterkte in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 8 - Diapositive

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 9 - Diapositive

Wat is de totale weerstand van deze schakeling?
A
9 Ohm
B
3 Ohm
C
12 Ohm
D
11 Ohm

Slide 10 - Quiz

Vergelijk de stroom bij A1
met de stroom bij A2.
Wat is juist?
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Dat kun je niet bepalen

Slide 11 - Quiz

Hoe groot is de spanning over U2?
A
3 V
B
6 V
C
9V
D
12 V

Slide 12 - Quiz

Hoe groot is de spanning van spanningsbron U?
A
3 V
B
6 V
C
9 V
D
12 V

Slide 13 - Quiz

Hoe groot is de stroomsterkte in deze schakeling?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 14 - Quiz

Hoe groot is stroomsterkte in deze schakeling?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 15 - Quiz

Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......
A
1 Ohm
B
2 Ohm
C
3 Ohm
D
4 Ohm

Slide 16 - Quiz

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 17 - Diapositive

Opdracht havo
Lees de tekst van par. 6.3 goed door.
Maak de vragen 23, 24, 26, 27 en 28 van par. 6.3 op de site.
Kijk de vragen zelf na.
Ga na of de lesdoelen hebt gehaald.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht VWO
Lees de tekst van par. 6.3 goed door.
Maak de vragen 25, 26, 27, 29, 30 en 32 van par. 6.3 op de site.
Kijk de vragen zelf na.
Ga na of de lesdoelen hebt gehaald.

Slide 19 - Diapositive