Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.
Slide 12 - Diapositive
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Slide 13 - Diapositive
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3
Slide 14 - Diapositive
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3
Rv=0,31=3,33Ω
Slide 15 - Diapositive
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
3,3Ω
B
5Ω
C
10Ω
D
15Ω
Slide 16 - Quiz
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1,2Ω
B
2,4Ω
C
1,4Ω
D
6Ω
Slide 17 - Quiz
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1Ω
B
3Ω
C
3,3Ω
D
9Ω
Slide 18 - Quiz
Stroomsterkte in een parallelschakeling
De stroom verdeelt
zich over de
verschillende takken.
Dus
Itot=I1+I2+I3+...
Slide 19 - Diapositive
Zie de schakeling hiernaast. De totale stroomsterkte is 5 A. Wat is de stroom in I1?
A
1,2 A
B
1,9 A
C
5 A
D
81 A
Slide 20 - Quiz
In de schakeling hiernaast heeft 2R een weerstand die twee keer zo groot is als die van R. De totale stroomsterkte is 5A Wat is de stroomsterkte in I2?
A
1,7 A
B
3,3 A
C
5 A
Slide 21 - Quiz
Samenvatting:
Weerstanden in parallel
De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.