3 - regelmatige werkwoorden -er Frans

De werkwoorden op -ER en vocabulaire
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De werkwoorden op -ER en vocabulaire

Slide 1 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden -er
-  werkwoorden in het Frans
- werkwoorden op -er in de tegenwoordige tijd.

Slide 2 - Diapositive

Le programme
grammaire: verbe groupe '-er'

Slide 3 - Diapositive

Fais la bonne combinaison/
Vous avez un stylo pour moi?
J'ai oublié mon livre.
Excusez moi , je suis en retard.
Je peux travailler avec moi voisin.
Je peux charger mon ordinateur.
Mag ik met mijn buur,man werken?
Heeft u een pen voor mij?
Ik ben mijn boek vergeten.
Mag ik mijn laptop oplader?
Sorry! Ik ben laat.

Slide 4 - Sondage

Fais la bonne combinaison
On a des devoirs?
C'est à quelle page?
Wanneer is toets?
Hebben we huiswerk?
Je n'ai pas fait mes devoirs.
C'est quand le contrôle?
Vous pouvez m'aider?
Kunt u mij helpen?
Op welke bladzijde is het?
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.

Slide 5 - Sondage

Les verbes réguliers en -er
Regelmatige werkwoorden op -er. Er is een regel!
Stap 1: haal -er van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > e/es/e/ons/ez/ent

Slide 6 - Diapositive

Exercices in het werkblad
Exercice 1-2-3 blz. 1
Exercices 1-2-3 blz. 2
Klaar ga naar page 3

Slide 7 - Diapositive

Stap 1: vind de stam
Haal -er van het werkwoord af.
Bijvoorbeeld: écouter --> écout = stam

Slide 8 - Diapositive

Stap 2: kies de juiste uitgang 
je  stam +e
tu stam +es
il / elle / on stam +e
nous stam +ons
vous stam +ez
ils / elles  stam+ent
stap 3: schrijf de stam + de juiste uitgang op!

Slide 9 - Diapositive

voorbeelden van
werkwoorden in het Frans

Slide 10 - Carte mentale

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de Nederlandse vertaling naar het juiste Franse werkwoord.
timer
0:25
regarder
écouter
détester
aimer
een hekel hebben aan
houden van / leuk vinden
kijken
luisteren

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is het hele werkwoord van:
regardent

Slide 13 - Question ouverte

Nous (écouter)

Slide 14 - Question ouverte

de leraar betekent le prof
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

parler
A
vergeten
B
horen
C
dol zijn op
D
spreken

Slide 16 - Quiz

Vertaal:
Tu es en quelle classe?

Slide 17 - Question ouverte

dankjewel
A
merci
B
mignon

Slide 18 - Quiz

monsieur = mevrouw
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Ik begrijp het niet
A
Tu ne comprends pas
B
Je comprends
C
Je ne comprends pas

Slide 20 - Quiz

Je (trouver)
A
trouve
B
trouves
C
trouvez
D
trouvent

Slide 21 - Quiz

vous (donner)
A
donnons
B
donnez
C
donnent
D
donnes

Slide 22 - Quiz

Fabien et Amélie (chercher)
A
cherchons
B
cherchez
C
cherchent
D
cherches

Slide 23 - Quiz

Elle (aimer)
A
aimes
B
aimet
C
aime
D
aiment

Slide 24 - Quiz

Tu (donner)
A
donnes
B
donne
C
donn
D
donnez

Slide 25 - Quiz

Paul (parler)
A
parles
B
parlons
C
parle
D
parlent

Slide 26 - Quiz

Nous (aider)
A
aide
B
aidons
C
aides
D
aidez

Slide 27 - Quiz

La fin!

Ga zelf aan de slag:  Online
Slimstampen vocabulaire ABC
Grammaire Bron D


Slide 28 - Diapositive

Fais un vlog sur ta famille et ta maison.

Inleveren in Teams uiterlijk 

14 Février .
Je krijgt nog uitleg hoe je het moet inleveren. 
Voor deze opdracht krijgt je 1 punt bij het proefwerk Chap 3

Max  3 minutes
Verwerk de volgende punten.
Film en vertel iets over je huisgenoten / huisdieren (naam, leeftijd, karakter, wat jullie graag samen doen).
Film je huis en je kamer ) of maak een foto compilatie ) en vertel waar en hoe je woont en wat je zoal doet in je kamer.
Bedenk nog iets anders.
Waar moet je vlog verder aan voldoen?
Je vlog moet ongeveer drie minuten duren.

Slide 29 - Diapositive

La fin...

  • Bonne chance
  • À bientôt

Au revoir

Slide 30 - Diapositive