some - any

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat betekenen 'some' & 'any'?

Slide 2 - Carte mentale

SOME / ANY

SOME en ANY betekenen beide:

  • een paar
  • wat
  • iets
  • enkele
  • geen (in combinatie met 'not')

Slide 3 - Diapositive

Wanneer gebruik je 'some'?

Slide 4 - Carte mentale

some

In bevestigende zinnen gebruik je some. Deze zinnen eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat géén 'not' in.


In vragende zinnen gebruik je some als je verwacht dat het antwoord "Ja" zal zijn. Deze zinnen eindigen altijd met een vraagteken.


          Every day I buy some sweets in the canteen.

          Do you want some coffee?


                                                           


Slide 5 - Diapositive

Wanneer gebruik je 'any'?

Slide 6 - Carte mentale

any

In ontkennende zinnen gebruik je any. In deze zinnen staat 'not' / n't / never.


In vragende zinnen gebruik je any als je niet weet wat het antwoord zal zijn. Deze zinnen eindigen altijd met een vraagteken.


          My brother can't eat any nuts, he's allergic.

          Do you know any of these people?


Slide 7 - Diapositive

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 
In bevestigende zinnen gebruik je some. Deze zinnen eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat géén 'not' in.
In ontkennende zinnen gebruik je any. In deze zinnen staat 'not' / n't / never.
In vragende zinnen gebruik je some als je verwacht dat het antwoord "Ja" zal zijn en any als je niet weet wat het antwoord zal zijn. Deze zinnen eindigen altijd met een vraagteken.

Slide 8 - Diapositive

We have some tomatoes.

We don't need any tomatoes.

Can I have some tomatoes, please?
Do we need any tomatoes?

Slide 9 - Diapositive

There are ____ apples left.
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

He hasn't got _____ money.
A
some
B
any

Slide 11 - Quiz

We need _____ fresh fruit.
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

Would you like _____ tea?
A
some
B
any

Slide 13 - Quiz

He doesn't have _____ siblings.
A
some
B
any

Slide 14 - Quiz

_____ people like reading books.
A
some
B
any

Slide 15 - Quiz

Please, get me _____ coffee.
A
some
B
any

Slide 16 - Quiz

There isn't _____ paper left.
A
some
B
any

Slide 17 - Quiz

Are there _____ cakes left?
A
some
B
any

Slide 18 - Quiz

We have never seen _____ dolphins.
A
some
B
any

Slide 19 - Quiz

Could I have _____ sugar?
A
some
B
any

Slide 20 - Quiz

He hasn't got _____ time.
A
some
B
any

Slide 21 - Quiz

Are there _____ questions?
A
some
B
any

Slide 22 - Quiz

Ik begrijp wanneer ik 'some' en 'any' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage