Les 2 - § 9

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les 2

Spelling & Grammatica §9

Onderwerp en gezegde

Doel van de les

Je leert hoe je in een zin het onderwerp en gezegde kunt vinden 

OF
Je leert hoe je in de zin de persoonsvorm kunt vinden.

Voorbereiding

Je hebt afgemaakt:

opdr. 4-10 van blz. 147

Groep 1 heeft uitlegfilmpje par 10 bekeken

Lesindeling

• Woordenschat § 9
• Verder werken § 9 (t/m vraag 14)
• Verder werken § 10 3 t/m 10
• Klaar? Maken Drillster § 9 en 10

Lesindeling

• Woordenschat § 9
  
• Met groep 3 opdrachten bespreken
• Groep 3 maakt opdr. 10-14
• Groep 1 en 2 hebben uitlegfilmpje bekeken bij § 10
• Groep 1 en 2 werken aan opdrachten van § 10
• Klaar? Maken Drillster § 10

Lesindeling

• Woordenschat § 9
  
• Met groep 3 opdrachten bespreken
• Groep 3 maakt opdr. 10-14
• Groep 1 en 2 hebben uitlegfilmpje bekeken bij § 10
• Groep 1 en 2 werken aan opdrachten van § 10
• Klaar? Maken Drillster § 10

herhaling

Er zijn twee soorten zinnen:

Doe-zinnen

Zijn-zinnen

herhaling

Doe-zinnen: 

kernwoord is een werkwoord -->

werkwoordelijk gezegde

Zijn-zinnen:

kernwoord is een naamwoord (bn of zn)

naamwoordelijk gezegde

Groep 1 / 2

Werken aan..

opdr. 1-10

blz. 150

Daarna Drillster

Groep 3

Werken aan..

opdr. 10-14

blz. 148

Daarna 

Heb je het doel bereikt?

• Je weet wat het onderwerp en het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde zijn
• Je kan bepalen wat het onderwerp van een zin is en of een zin een ww.gez of een nw.gez heeft.

Ja, ik weet het