Leesvaardigheid examentekst

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Vandaag

Bespreken vragen Tekst 2 examen havo 2021

Lezen Tekst 3 examen havo 2021 + maken vragen

Vraag 22: Welke 2 omschrijvingen geven het best de negatieve gevolgen weer uit alinea 4 en 5?

Vraag 23: Wie worden in tekst 2 bedoeld met journalisten en wie met niet-journalisten?

Let op:

Je mag geen voorbeelden gebruiken in je antwoord.

Probeer algemeen te omschrijven.

Vraag 24: Welk kenmerk delen deze journalisten en niet-journalisten volgens tekst 2?

Vraag 24

Willen of behoefte moet in het antwoord staan.

Vraag 25: Leg uit wat die samenwerking concreet zal inhouden. Max 25 woorden.

Vraag 26: welk antwoord heb je gekozen?

1. Ja maar...
2. Ja, want...
3. Nee, maar...
4. Nee, want..

Vraag 27: wat is de hoofdgedachte?

1. Als vloggers...
2. Het is maar...
3. Het journalistieke veld..
4. Vloggers tonen..

Vraag 28: Hoe is de toon van tekst 2 ten opzichte van de toekomst van de journalistiek het beste te omschrijven?

1. Kritisch
2. Lovend
3. Neutraal
4. Optimistisch

Samen lezen tekst 3

Maak zelf vraag 29, 30, 31, 32

Waar gaat tekst 3 over?

Vraag 29: Geef aan welk gedeelte van het toekomstbeeld wordt betwijfeld?

Let op:

Er wordt naar een gedeelte gevraagd. Dus citeer nooit de hele zin waarnaar verwezen wordt.

Vraag 30: Noem drie redenen waarom we zo hard blijven werken.

Let op:

Alinea 6 begint met 'Maar'. De antwoorden staan er dus voor.

Vraag 31: Welke drie aspecten zijn dat?

Vraag 32: Leg uit welke maatschappelijke vooruitgang er volgens tekst 3 wordt geboekt als het taboe van werken mag doorbroken wordt. 35 woorden