1 Wat een talent - Media en onderzoek 1.9

Nederlands
Media en onderzoek
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Media en onderzoek

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Ik weet welke informatiebronnen er zijn.

Ik kan informatie opzoeken in een boek.

Slide 2 - Diapositive

Als ik informatie nodig heb,
dan ga ik....

Slide 3 - Carte mentale

Opdracht 1
Bladzijde 60

Zoek de betekenis van 'informatie' op.
Schrijf het op in je eigen woorden (1a)

Waar heb je de betekenis gevonden? (1b)
Waar had je nog meer kunnen zoeken? (1c)

timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent het woord 'informatie'?

Slide 5 - Question ouverte

Informatie
Inlichtingen
Gegevens waardoor je meer over iets te weten komt.


Slide 6 - Diapositive

Informatiebronnen
De plek waar je informatie vindt.


Slide 7 - Diapositive

informatiebronnen

Slide 8 - Carte mentale

Informatiebronnen

Slide 9 - Diapositive

Informatiebronnen
  • Internet   (website, app)
  • Boeken   (schoolboek, informatieboek, woordenboek)
  • Media   (krant, tijdschrift, tv-programma, radioprogramma)
  • Personen   (ouders, docent, ...)

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 2 (p.60)

2a. Welke informatiebron heb jij voor het laatst gebruikt?

2b. Geef van elk soort informatiebron een voorbeeld dat je zelf wel eens gebruikt (of zou kunnen gebruiken)
timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Opdracht online
Klaar: 
Ga op zoek naar het antwoord op deze vragen.
Schrijf op:
- Het antwoord op de vraag.
- Waar heb je het antwoord gevonden?

1. Waarvoor staat de O bij een KNO-arts?
2. Naar welke Romeinse god is de maand maart genoemd?
3. Op welke datum valt een schrikkeldag?
4. Hoe heet het grootste eiland van de Canarische Eilanden?



timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Boek p.61

Maak opdracht 3
timer
3:00

Slide 13 - Diapositive

Extra vragen - antwoorden
1. De O staat voor 'oor'.
2. Maart is vernoemd naar de Romeinse god Mars. 
3. Een schrikkeldag valt altijd op 29 februari.
4. Tenerife is het grootste Canarische eiland.

Slide 14 - Diapositive

Zoeken in een boek
Woordenboek - betekenis van woorden
Dit schoolboek - verschil tussen objectief en subjectief
Informatieboek - informatie over bepaald thema

Slide 15 - Diapositive

Inhoudsopgave
- Staat voor in een boek.
- Snel hoofdstukken en paragrafen zoeken.
- Opzoeken waar in het boek iets staat over een 
   onderwerp.

Slide 16 - Diapositive

Op welke bladzijde kun je informatie vinden over een synoniem?

Slide 17 - Question ouverte

Register
- Staat achter in het boek
- Lijst van belangrijke woorden: trefwoorden
- Op alfabetische volgorde

Slide 18 - Diapositive

Welk woord komt in het register na tekstdoel?

Slide 19 - Question ouverte

Woordenboek
Zoek naar de woordenboekvorm.
(de eenvoudigste vorm van het woord)
Alfabetische volgorde.
huizen
huis
liep
lopen

Slide 20 - Diapositive

Wat is de betekenis van het woord 'synoniem'?

Slide 21 - Question ouverte

Aan het werk
Maken: 
Opdracht 4, 5, 6 en 7 (bladzijde 62 en 63)

Klaar:
Test jezelf hoofdstuk 1 (alles)





timer
1:00

Slide 22 - Diapositive

Nakijken en evalueren

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Informatiebronnen

Slide 31 - Carte mentale

Ik weet welke informatiebronnen er zijn.
Ik weet dat supergoed!
Ik weet dat best al goed.
Ik kan er wel een paar opnoemen.
Ik weet er maar heel weinig.
Ik heb geen idee.

Slide 32 - Sondage

Ik kan informatie opzoeken in een boek.
08

Slide 33 - Sondage