Week 14 3TL Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm

Rückblick

Planung

Erklärung

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?

Planung für heute

Nieuw hoofdstuk

          -  inleiding

          - test jezelf

Aufgaben

          - Aufgabe 1 Sehen S. 96 + Aufgabe 2 Lesen S. 99

     

         

       

Hoofdstuk 4

Bekijk het nieuwe hoofdstuk 4.

Waar gaat dit hoofdstuk over?

Wat ga je leren?

Bedenk de antwoorden op deze vragen en zet ze straks in het woordweb!

Dit ga ik dit hoofdstuk leren.

Wat weet je al?

• Je gaat dit hoofdstuk nieuwe dingen leren.
• Om te checken of je iets leerde gaan we een quizje doen
• Dit quizje geeft je kennis van nu aan
• Aan het einde van dit hoofdstuk checken we je kennis weer
• Geen of alles fout maakt dus niet uit
• Het gaat om wat je leerde aan het einde van rit

ich lach...

1. lache
2. lachte
3. lachtest

ich (weinen)

1. weinte
2. weintest
3. weintet

ihr (machen)

1. machte
2. machtet
3. macht

du (baden)

1. badst
2. badetest
3. badet

er (spielen)

1. spieltest
2. spielte
3. spielten

Aufgabe 1 ab Seite 96

We kijken straks een video en maken daar vragen over.

Bekijk voor we beginnen eerst de vragen

Bekijk daarna het plaatje

Waar gaat het filmpje straks over denk je?

Aufgabe 2 ab Seite 99

Bekijk eerst de vragen

Daarna de plaatjes

Daarna de titels/kopjes etc.

Geef antwoord op de vragen

Programm

Rückblick

Planung

Erklärung der Grammatik

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?

Planung für heute

Nakijken opdr. 2

          -  waar zaten de moeilijkheden?

Grammatik

          - verleden tijd van werkwoorden

          - uitleg

          - oefenen Aufgaben 3, 4, 5, 6

Check

     

         

       

Grammatik

Vorig hoofdstuk leerde je de verleden tijd van Haben und Sein

Natuurlijk zijn er meer werkwoorden:

dit hoofdstuk gaat het over zwakke werkwoorden in de VT

Aufgaben

Aufgabe 3  ab Seite 100

Aufgabe 4 auf Seite 103

Aufgabe 5 auf Seite 103

Aufgabe 6 auf Seite 104

Wat is de juiste vertaling van:
jij hebt gemaakt

1. du hast gemachen
2. du hast gemacht
3. du bist gemacht
4. du hat gemacht

Wat is de juiste vertaling van:
hij werkte

1. er arbeitete
2. er arbeitet
3. er arbeitetet
4. er arbeitetest

Wat is de juiste vertaling van:
jullie woonden

1. ihr wohnt
2. ihr wohnte
3. ihr wohntet
4. ihr wohntete

Hoe vertaal je:
het kostte

1. es kostet
2. sie kostete
3. es kostete
4. es kostetet

Hoe vertaal je:
wij leerden

1. wir lerneten
2. wir lernteten
3. wir lernen
4. wir lernten

Hoe vertaal je:
U had

1. Sie haben
2. Sie habten
3. Sie hatten
4. Sie habbeten

Hoe vertaal je:
zij was

1. sie wassen
2. sie warten
3. sie waren
4. sie war

Programm

Rückblick

Planung

Redemittel

Aufgaben

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?

Planung für heute

Redemittel

          - luisteren en aanvullen Aufgabe 8 + Aufgabe 9

Aufgaben

          - Aufgabe 10 S. 107, Aufgabe 12 S. 109, Aufgabe 13 S. 110

     

         

       

Redemittel Hören

Aufgabe 8 Seite 105

• Je hoort 2 fragmenten-> zet de uitdrukkingen in de goede volgorde

Aufgabe 9 Seite 106

• Je hoort weer 2 fragmenten-> vul in hoe het gezegd wordt

Aufgaben

Aufgabe 10 auf Seite 107

Aufgabe 12 auf Seite 109

Aufgabe 13 auf seite 110

Programm

Rückblick

Planung

Aussprache

Aufgaben

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?

Planung für heute

Aussprachr

          - sp, sch, st

Aufgaben

          - Aufgabe 14, 15, 16c, 20, 21 ab Seite 110

     

         

       

Uitspraak

Wat is het verschil in uitspraak tussen de volgende woorden?

• staan - stehen
• Schrijven - Schreiben
• Spiegel - Sport

Luister de zinnen van opdr. 18 blz. 113 en lees mee.

verschil in de -s- klank

Aufgaben

Aufgabe 14, 15, 16c, 20, 21 ab Seite 110

Programm

Rückblick

Planung

Hören

Redewendungen

zum Schluss

Planung für heute

Hören

          - in der Klasse Aufgabe 25 S. 118

Redewendungen

          - uitdrukkingen in het Duits en Nederlands

Aufgaben

          - Aufgabe  23, 24 und zum Schluss

     

         

       

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?

Hören in der Klasse S. 118

Lees de vragen bij opdracht 25 op blz. 118

Redewendungen

Hij nam geen blad voor zijn mond

Het loopt hier in de soep

Voor iemand door het vuur gaan

Natuurlijk zijn dit soort uitdrukkingen er ook in het Duits.

Opdracht 23 + 24 vanaf blz. 117 leggen je hier meer over uit

Aufgaben

23 auf Seite 117

24 auf Seite117

zum Schluss auf Seite 120/121

Programm

Rückblick

Planung

zum Schluss

Landeskunde

Literatur

Planung für heute

Zum Schluss

          - afmaken + nakijken blz. 120/121

Landeskunde

          - Notfall und Artzt -> Aufgabe 26 ab Seite 124

Literatur

          - Aufgabe  27 ab Seite 127

     

         

       

Rückblick

Was lerntet ihr letzte Woche?