W15-NE-L1-M-Woordenschat h5

Wat heb je nodig tijdens 
deze les?

1. Leesboek ( 10 min. lezen)
2. Nederlands boek en schrift
3. woordenboek. 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat heb je nodig tijdens 
deze les?

1. Leesboek ( 10 min. lezen)
2. Nederlands boek en schrift
3. woordenboek. 

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat H5 
een bekend woorddeel zoeken

Slide 2 - Diapositive

Doel
Je leert de woordraadstrategie een bekend woorddeel zoeken

Slide 3 - Diapositive

Lezen (blz. 128) 
De theorie 

Slide 4 - Diapositive

bekend woorddeel herkennen bij:

- samengestelde woorden

- woorden met voorvoegsels
- woorden met achtervoegsels

Slide 5 - Diapositive

Maken (blz. 128)
Opdracht 1 

Slide 6 - Diapositive

6. Samengestelde woorden

Samenstelling zijn twee woorden die SAMEN één woord worden



vb. bureau + tafel = bureautafel

boeken + plank = boekenplank

Slide 7 - Diapositive

voorvoegsel
- een stukje voor het woord

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 8 - Diapositive

Voorvoegsel (2)


Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = nonfictie

ex + vriend = exvriend

on + zeker = onzeker

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 9 - Diapositive

Achtervoegsel
Een achtervoegsel is een woorddeel dat je achter een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een achtervoegsel komt niet als afzondelijk woord voor.

Slide 10 - Diapositive

achtervoegsel
Een achtervoegsel bestaat niet als los woordje. Het kan soms wel een betekenins hebben.

-loos = zonder
- (t)je = klein
- achtig = een beetje als

Slide 11 - Diapositive

Maken (blz. 129/130)
Opdr. 2 
Opdr. 3
Opdr. 4 
Opdr. 5 

Slide 12 - Diapositive

Wat is GEEN bekend woorddeel?
A
on
B
loos
C
onze
D
inter

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN bekend woorddeel?
A
on
B
loos
C
her
D
onze

Slide 14 - Quiz

Hoe zou je kunnen weten wat autokerkhof betekent?
A
Bekend woorddeel
B
Omschrijving
C
Synoniem

Slide 15 - Quiz

Welke woordraadstrategie gebruik je?

De gemeente subsidieert de vereniging voor bejaarden.
___________
A
Voorbeeld
B
Synoniem
C
Bekend woorddeel
D
Omschrijving

Slide 16 - Quiz

Zoek in het woord dat je niet kent naar een.....................Bijvoorbeeld
procentueel: je ziet het woord procent
A
voorbeeld
B
bekend woorddeel
C
achtervoegsel
D
een synoniem

Slide 17 - Quiz