ww op -er bruklas hv

regelmatig werkwoord op -er
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

regelmatig werkwoord op -er

Slide 1 - Diapositive

Parler = praten
Op de volgende dia zie je een filmpje. 
Let goed op de verschillende vormen van 'parler'.
Het begint weer met 'je'. Dat betekent ...... Dus 'je parle' wat zou dat betekenen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is de stam van het werkwoord
parler

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de stam van het werkwoord
habiter
A
habite
B
habites
C
habit
D
habi

Slide 7 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord
donner
A
donnons
B
donn
C
donne
D
donnez

Slide 8 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord
aimer
A
aim
B
aimons
C
aimez
D
aiment

Slide 9 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord
détester
A
détes
B
déteste
C
detest
D
détest

Slide 10 - Quiz

We kunnen nu de stam opzoeken van een regelmatig werkwoord op -er

donner
donn


Wat zijn de uitgangen die achter de stam komen?


je stam + e
tu stam + es
il/elle/ on stam + e
nous stam + ons
vous stam + ez
ils/ elles stam + ent

Slide 11 - Diapositive

Welke vorm klopt
je (donner)
A
donnes
B
donnons
C
done
D
donne

Slide 12 - Quiz

Welke vorm is juist?
nous (chanter)
A
chantons
B
chantez
C
chantent
D
chantes

Slide 13 - Quiz

1 Nu ga je eerst maken in je boek 
p 85 ex 8B

2 Af? Noteer het huiswerk in je Plenda

3 Maak dan p 84 ex 6.8 t/m 6.12

4 nakijken p83 ex 6.1 t/m 6.4

Devoirs  (schrijf in je Plenda)
1h1 10 feb/ 1hv1 11 feb
le Unité 3 Apprendre 3 en 4 FN/NF
maken P84 ex 6.8 t/m 6.12 en 
p 85 ex 8B

Slide 14 - Diapositive