Van A tot Zin 2.3 BiZ

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

2.3

Weet je nog?

Woord in het meervoud  krijgt altijd de

Woord met -je aan het eind krijgt altijd het

??   Woordenboek

een

Praat je voor het eerst over iets? Of iets algemeen? Je kunt het gebruiken voor de- woorden en voor het-woorden.

Gebruik alleen in het enkelvoud.

Wat ga je vandaan leren?

Het Nederlands heeft de-woorden en het- woorden.

De, het en een zijn lidwoorden.

 Wanneer gebruik je geen lidwoord?

Ik weet wanneer ik het lidwoord voor een woord moet weglaten.

Ik eet een druif.  Ik eet druiven.

Ik drink melk.

Thomas is dokter.

Carlos komt uit Brazilië.

Het boek ligt op tafel

Hij loopt op straat.

Geen lidwoorden

Iets algemeens in het meervoud.

Iets algemeens je kunt het woord niet tellen.

Als je zegt welke beroep of nationaliteit 

Bij namen van plaatsen en landen

in een woordgroep

Geen lidwoord?

• iets algemeens in het meervoud
  
• iets algemeens  en je kunt het niet tellen
• als je zegt welk beroep of nationaliteit iemand heeft
• bij namen van plaatsen en landen
•  in een woordgroep

Boek blz. 56  Samen oefenen

Rode tekst lezen!

Werk met z'n tweeën/drieën

1. Wat pas in de zin?

2. Vul in.

3. Vul in.

4. Praat samen

Wat heb je vandaag geleerd?

What did you learn today?

що ти навчився сьогодні?

ماذا تعلمت اليوم

bugün ne öğrendin

Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:

آج آپ نے کیا سیکھا؟

O que você aprendeu hoje?

ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Zelfstandig werken

Maak de computeropdrachten 2.3

opdracht 1-6

Heb je het lesdoel bereikt?

Ik weet wanneer ik het lidwoord voor een woord moet weglaten.

Hoe goed weet jij wanneer je het lidwoord voor een woord moet weglaten? 

Huiswerk 

Computeropdrachten van 2.3 (opdracht 1 tot en met 6) afmaken 

maandag 29 mei!