Van A tot Zin 2.5 BiZ

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

2.5

Weet je nog?

Wat betekent meervoud?

Een woord in het meervoud  krijgt altijd het lidwoord...........

Welke woorden ken jij in het meervoud?

Wat ga je vandaan leren?

Soms wil je praten over twee of meer dingen: het meervoud.

-en , -s, 's

Ik kan woorden in het meervoud schrijven.

Het meervoud

een stoel- zeven stoelen

een lamp- acht lampen

een boot- twee boten

een tas- twee tassen

een huis- drie huizen

een druif- tien druiven

Het meervoud

een appel- twee appels

een kapper- vijf kappers

een ruzie-  twee ruzies

een kerel- tien kerels

een deken- acht dekens

een tante- tien tantes

Het meervoud

de pizza -de pizza's

de taxi- de taxi's

de auto- de auto's

de paraplu- de paraplu's

de hobby- de hobby's

Boek blz. 60  Samen oefenen

Rode tekst lezen!

Werk met z'n tweeën

1. Zoek het meervoud

2. Vraag en antwoord

3. Schrijf het meervoud

4. Schrijf het meervoud

Wat heb je vandaag geleerd?

What did you learn today?

що ти навчився сьогодні?

ماذا تعلمت اليوم

bugün ne öğrendin

Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:

آج آپ نے کیا سیکھا؟

O que você aprendeu hoje?

ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Zelfstandig werken

Maak de computeropdrachten 2.5

opdracht 1 tot en met 10 + herhaalvragen

Heb je het lesdoel bereikt?

Ik kan woorden  die in het enkelvoud  + -en, -s, of 's  achteraan krijgen in het meervoud schrijven.

Hoe goed kan jij woorden die in het enkelvoud + -en, -s, of 's achteraan krijgen in het meervoud schrijven?

Huiswerk 

Computeropdrachten van 2.5 (opdracht 1 tot en met 10 + herhaal) afmaken 

maandag 19 juni