Teken in 1 minuut een schematische afbeelding van het
sprookje Roodkapje
Vergelijk in twee- of viertallen, welke is duidelijker en waarom?
Noem om de beurt een tekstsoort (bijvoorbeeld: nieuwsartikel, handleiding, samenvatting, betoog). De ander bedenkt een passende schematische afbeelding (bijvoorbeeld: tijdlijn, stappenplan, mindmap).
timer
1:00
Slide 3 - Diapositive
Actief lezen
belangrijke zaken markeren, samenvatten in steekwoorden in de kantlijn, jezelf vragen stellen, schema's maken --> tekst beter begrijpen en onthouden
Slide 4 - Diapositive
Formuleren
Antwoord altijd in volledige zinnen.
Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
huidige systeem niet eerlijk
omdat het huidige systeem niet eerlijk is
Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
Slide 5 - Diapositive
Formuleren
Neem daarvoor de vraag mee in je antwoord (antwoordstarter)
Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
Slide 6 - Diapositive
Formuleren
Verwijs nooit naar iets wat niet in je antwoord staat.
Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
Hij vergelijkt deze omdat hij wil laten zien dat het niet eerlijk is.
Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
Slide 7 - Diapositive
Formuleren
Tel de woorden en zet ze erachter. De antwoordstarter telt niet mee.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik niet meer dan 15 woorden.
Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (19w)
(Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel), omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (12w)
Slide 8 - Diapositive
Taalfamilie
Hoe zat het ook alweer met de 'onze'?
Kennen we ook Duitse en Nederlandse woorden die op elkaar lijken?
Slide 9 - Diapositive
timer
15:00
Slide 10 - Diapositive
Opdracht
H1 Lezen, P6
Maak opdracht 1
Lees de tekst actief
Wissel uit met elkaar en vergelijk
We bespreken het zo
timer
15:00
Slide 11 - Diapositive
Opdracht
H1 Lezen, P6
Maak opdracht 4 in groepjes
Slide 12 - Diapositive
Evaluatie
Hoe vond je deze manier van lezen?
Slide 13 - Diapositive
Huiswerk
P6 opdracht 1 en 4 + nakijken
P7 volgt
11 april boek 2 uit (N2 of hoger) na de meivakantie boek 3, nodig voor lessen recensie schrijven (N3 of hoger)