3.1 Leven in de Sovjet Unie

3.1 De Sovjet-Unie
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.1 De Sovjet-Unie

Slide 1 - Diapositive

doelen
-Je kan uitleggen hoe en wanneer Rusland communistisch wordt
-Je kan uitleggen wat een totalitaire staat is
-Je weet dat onder Stalin er terreur , showprocessen, persoonsverheerlijking , strafkampen en geheime politie was 
-Je weet dat er bij hte communisme een planeconmie was en weet wat collectivisatie is

Slide 2 - Diapositive

Bij welk bondgenootschap hoorde Rusland in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As landen
D
NAVO

Slide 3 - Quiz

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 4 - Quiz


Wie was er aan de macht voor de Russische Revolutie?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolas II
C
Raspoetin
D
De Voorlopige Regering

Slide 5 - Quiz

Periode: het interbellum
  • Tijd tussen (inter) de wereldoorlogen (bellum)
  • Kenmerken:
  1. Opkomst totalitaire staten
  2. Wereldwijde economische crisis

Slide 6 - Diapositive

Totalitaire staat
  • Hoofdstuk 3 gaat over totalitaire staten
  • In een totalitaire staat heeft de overheid alle macht over het leven van de burgers
  • Voor het examen moet je drie voorbeelden kennen + de bijbehorende kenmerken:
  1. Sovjet-Unie (extreem-links)
  2. Italië (extreem-rechts)
  3. Duitsland (extreem-rechts)
... maar in het interbellum waren er in Europa nog veel meer totalitaire staten 

Slide 7 - Diapositive

Sovjet-Unie op een rijtje
  • 1917 Russische Revolutie => Communisten grijpen de macht 
  • Communisme: alle goederen in een land moeten van iedereen gezamenlijk (commune) zijn. Hierdoor zou armoede opgelost worden. 
  • Rusland wordt Sovjet-Unie.  
  • Tot ongeveer 1990 communistische staat 
  • Staat wordt totalitair (overheid heeft alle macht)   

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Waarom in Rusland?
  • Tsaar Nicolaas II had alle macht 
  • Grootste deel van de bevolking arm (boeren, arbeiders) 
  • WO I verliep heel slecht voor Rusland, leger werd slecht geleid en was slecht bewapend. 
  • Winter 1916-1917 hongersnood => stakingen en demonstraties => tsaar doet afstand van de troon 

Slide 10 - Diapositive

  • Er komt een voorlopige regering
  • Voorlopige regering heeft moeite zaken op orde te krijgen => fanatieke communisten plegen in oktober 1917 een staatsgreep en nemen de macht over 

Slide 11 - Diapositive

Nieuwe leider: Lenin

Slide 12 - Diapositive

Welke opdrachten uit 2.4 vond je lastig?

Slide 13 - Question ouverte

Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten

Slide 14 - Quiz

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin

Slide 15 - Quiz

Welke twee dingen wilden de communisten in Rusland veranderen?
A
Democratie invoeren/tsaar afzetten
B
stoppen met de WOI en gelijke rechten voor vrouwen
C
iedereen is gelijk/geen privébezit meer

Slide 16 - Quiz

Gevolgen
  • Alle bedrijven in de Sovjet-Unie worden overgenomen door de staat 
  • Er wordt vrede getekend met Duitsland waarbij de Sovjet-Unie veel gebied kwijtraakt (Vrede van Brest-Litovsk.
  • De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat 

Slide 17 - Diapositive

Leg nog eens uit wat een totalitaire staat is

Slide 18 - Question ouverte

Lenin wordt leider van de SU
Onder Lenin begin totalitaire staat:
  • Geheime politie 
  • Terreur 
  • Strafkampen voor tegenstanders (later: Goelag)

Lenin overlijdt in 1924. Er volgt een strijd om de opvolging... 

Slide 19 - Diapositive

Strafkampen voor tegenstanders

Slide 20 - Diapositive

Stalin
  • Volgt Lenin op na machtsstrijd in 1928
  • Vertrouwt niemand
  • Periode van enorme terreur, ook wel ‘grote zuiveringen’ => in partij, politie, leger
  • Miljoenen mensen ten onrechte opgepakt, gemarteld, gedood en naar de Goelag verbannen. 

Slide 21 - Diapositive

Showprocessen
  • Uniek kenmerk voor Sovjet-Unie: showprocessen => gefilmde neprechtszaken waarin tegenstanders zichzelf moeten beschuldigen van hele erge misdaden.
  • Werden als propaganda in bioscopen vertoond
  • Iedereen kon opgepakt worden, er was totale willekeur 
  • Er was censuur

Slide 22 - Diapositive


Stalin organiseerde showprocessen. Welke reden had hij daarvoor?

A
Zo liet hij zien dat hij beter was dan Lenin, die mensen zonder proces in strafkampen liet opsluiten.
B
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
C
Dankzij de showprocessen leek het alsof er in de Sovjet-Unie een eerlijke rechtspraak was.
D
Door de showprocessen werd Stalin steeds populairder, ook bij zijn tegenstanders.

Slide 23 - Quiz

hoe heet de periode waarin Stalin hardhandig afrekende met zijn (vermeende) tegenstanders?
A
De Russische Revolutie
B
De Moskou episode
C
de Grote Terreur
D
de NKVD

Slide 24 - Quiz

Wat bedoelen we met 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
Een (afgelegen) werkkamp onder Stalin en de overheidsdienst die deze kampen bestuurde

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Stalin
Voerde dus zuiveringen door; 
In leger en in de communistische partij

Slide 30 - Diapositive

Planeconomie

Onder Stalin invoering van de  planeconomie . Doel was een grote industriële macht te worden
  • overheid bepaalt wat er in een land geproduceerd moet worden 
  • Iedere fabriek krijgt te horen wat er gemaakt moet worden in 5 jaar, dit heet een vijfjarenplan

Slide 31 - Diapositive

Collectivisatie
  • Boerderijen worden samengevoegd (= collectief) tot grote landbouwbedrijven (kolchoz)  => dit gebeurt niet vrijwillig!!!
  • Moeten grote hoeveelheden produceren voor de export => leidt tot hongersnoden.  

Slide 32 - Diapositive

Mensen die honger hebben worden als verraders naar de Goelag gestuurd...
Door hen lijkt de Soviet-Unie immers minder groots...

Slide 33 - Diapositive

Persoonsverheerlijking

  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: 
  •  een vader voor het volk.
  • Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin) en is een speciale vorm van propaganda

Slide 34 - Diapositive

Wat is propaganda ook alweer?
A
Politieke reclame voor je ideeën
B
vervolging
C
Politieke tegenstanders
D
een soort politie

Slide 35 - Quiz

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 36 - Quiz

Welke kenmerken van het stalinisme zijn te herkennen op het plaatje?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur

Slide 37 - Quiz

Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen

Slide 38 - Quiz

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 39 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het plaatje?
A
Indoctrinatie
B
Propaganda
C
Persoonsverheerlijking
D
Collectivisatie

Slide 40 - Quiz


Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen

Slide 41 - Quiz


Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen

Slide 42 - Quiz

Leg uit waarom de Sovjet-Unie onder Stalin een totalitaire samenleving was. Gebruik in je uitleg de begrippen showprocessen, strafkamp en terreur.

Slide 43 - Question ouverte

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 44 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 45 - Question ouverte