T6B1 en 2 - Zintuigen en het oog

Basisstof 6.1&6.2 - Zintuigen en het oog
Uitleg 6.1 en 6.2
Verwerkingsopdrachten
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 6.1&6.2 - Zintuigen en het oog
Uitleg 6.1 en 6.2
Verwerkingsopdrachten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
6.1.1 Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.
6.1.2 Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.
6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven.
6.2.1 Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven.
6.2.2 Je kunt de werking van de pupilreflex beschrijven.
6.2.3 Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven.
6.2.4 Je kunt toelichten hoe je diepte kunt zien.

Slide 2 - Diapositive

Zintuigcellen
Prikkels worden in het zintuig opgevangen door zintuigcellen en omgezet in een impuls.

Interne prikkels: prikkels uit het inwendige milieu (osmoreceptoren, pH-receptoren)
Externe prikkels: prikkels uit het externe milieu (licht, geluid, smaak, druk, tast, warmte, kou, geur)
Een prikkel die bij het zintuig past, heet een adequate prikkel.

Slide 3 - Diapositive

Receptoren (zintuigcellen)
Verschillende soorten receptoren
  • Mechanische receptoren (bv. tast en druk)
  • Thermoreceptoren (temperatuurverandering)
  • Chemische receptoren (bv. reuk, smaak)
  • Lichtreceptoren (staafjes en kegeltjes)
  • Pijnreceptoren (zenuwceluiteinden)

Slide 4 - Diapositive

Mechanische receptoren
Werking:
  1. Haartjes op de cel worden in beweging gebracht
  2. Deze veroorzaken een impuls door de cel
  3. De zintuigcel geeft neurotransmitter af aan de gevoelszenuwcel

Bv. receptoren van gehoorzintuigen, evenwichtszintuigen, tastreceptoren, drukreceptoren

Slide 5 - Diapositive

Adequate prikkel 
De prikkeldrempel van geluid is laag voor de mechanische receptoren in het slakkenhuis.
Geluid is de adequate prikkel voor deze receptoren.

Als je dicht bij een bas staat dan voel je 
de trillingen ook door je lijf
De prikkeldrempel van de mechanische 
receptoren in de huid voor 
geluidsgolven ligt veel hoger. Dit is een 
niet-adequate prikkel

Slide 6 - Diapositive

Wat moet je doen?
Maak opdracht 3 en 4
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Gewenning / adaptatie
Ontstaat wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt.
bijv. kleding dragen.

Aanpassing van gevoeligheid van een zintuig aan een aanhoudende prikkelsterkte. 


Slide 8 - Diapositive

Drempelwaarde
Drempelwaarde  - Adequate Prikkel

Slide 9 - Diapositive

Basisstof 6.2 - Het oog
Uitleg 6.2
Verwerkingsopdrachten

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven.
6.2.1 Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven.
6.2.2 Je kunt de werking van de pupilreflex beschrijven.
6.2.3 Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven.
6.2.4 Je kunt toelichten hoe je diepte kunt zien.

Slide 11 - Diapositive

Het oog:

Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 12 - Diapositive

Het oog
  • Wenkbrauw => vuil en zweet tegen houden
  • Traanklier      => maakt traanvocht.
  • Traanvocht   => houdt oog vochtig en schoon
  • Ooglid met wimpers => vuil tegen houdena
  • Pupil               => licht doorlaten
  • Iris                   => hoeveelheid licht regelen
  • Oogwit          => is harde oogvlies, geeft stevigheid
  • Traanbuis     => traanvocht afvoeren

Slide 13 - Diapositive

Inwendig oog
  • Licht komt door de pupil
  • Door het glasachtig lichaam
  • Op het netvlies
  • Netvlies heeft zintuigcellen
  • Geven impulsen af naar oogzenuw

Slide 14 - Diapositive

Gele en blinde vlek
Licht valt op
gele vlek,
veel zintuigcellen

Blinde vlek =
oogzenuw,
geen zintuigcellen

Slide 15 - Diapositive

licht valt
  • eerst op zenuwcellen
  • dan op zintuigcellen
  • daarna wordt overig licht geabsorbeerd door pigmentlaag

vaatvlies zorgt voor voedingstoffen en zuurstof en afvoer afvalstoffen.

Slide 16 - Diapositive

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.

gele vlek: kegeltjes
blinde vlek: geen zintuigcellen


Slide 17 - Diapositive

Verdeling staafjes 
en kegeltjes
Staafjes:
Kegeltjes
overal op netvlies
Gele vlek
lage drempelwaarde
hoge drempelwaarde
zwart/wit, contrast
Kleur

Slide 18 - Diapositive

Verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 19 - Diapositive

Beeldvorming bij een oog
Door de lens in het oog wordt het beeld omgedraaid! 

Slide 20 - Diapositive

Hoe kan je dichtbij en veraf scherp zien? 
Door te accommoderen!
  • Scherp zien- door ooglens die boller en platter wordt
  • Lens kan van vorm veranderen, is elastisch

  • Bolle lens: dichtbij scherp (positieve lens)
  • Platte lens: veraf scherp (negatieve lens)
  • Het straalvormig lichaam en de lensbandjes zijn hierbij betrokken

Slide 21 - Diapositive

Straalvormig lichaam samengetrokken --> lensbandjes ontspannen -> lens wordt boller -> dichtbij zien
Straalvormig lichaam ontspannen--> lensbandjes samengetrokken-> lens wordt platter -> veraf zien

Slide 22 - Diapositive

oogafwijkingen

Slide 23 - Diapositive

Lenzen
Verziend (dichtbij niet scherp zien):
Lenzen kunnen niet bol genoeg worden.
Holle lenzen (negatieve lenzen) nodig die licht divergeren.

Bijziend (veraf niet scherp zien):
Lenzen kunnen niet bol genoeg worden.
Bolle lenzen (positievel lenzen) die licht convergeren


Slide 24 - Diapositive

lichtbreking door lenzen
Doel van accomoderen: alle lichtstralen moeten samenvallen op het netvlies.

Als het voorwerp dichtbij is, moet de lens boller worden om een scherp beeld te vormen op het netvlies

Slide 25 - Diapositive

Pupilreflex
Pupilreflex

Fel licht:
- kringspieren trekken samen

Zwak licht:
- straalgewijs lopende spieren trekken samen

Slide 26 - Diapositive

Optisch chiasma = gedeeltelijke kruising van uitlopers in beide oogzenuwen
Stereoscopie = diepte zien door vergelijken beelden van beide ogen
optisch chiasma

Slide 27 - Diapositive

Wat moet je doen?
Maak opdracht 17 t/m 26
timer
20:00

Slide 28 - Diapositive

Lens
Pupil
Pupil

Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 29 - Question de remorquage