Grote Geschiedenis Quiz 2020 klas 3

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Ronde 1
Eerste Wereldoorlog

Slide 2 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
...
...
...
...
...
...

Slide 3 - Question de remorquage

Welke moord was de
aanleiding voor het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 4 - Quiz

In 1914 kwamen veel
Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 5 - Quiz

Ken jij de bondgenootschappen?
timer
0:25
Duitsland
Engeland
Amerika
Geallieerden
Oostenrijk-Hongarije
Rusland
Frankrijk
Centralen
Asmogendheden

Slide 6 - Question de remorquage

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
Frankrijk zo snel mogelijk uitschakelen via Elzas-Lotharingen.
B
Polen aanvallen en deze later verdelen met Rusland.
C
Voorkomen van tweefrontenoorlog.

Slide 7 - Quiz

Vladimir Iljitsj Oeljanov, vluchtte naar
Zwitserland om de Russische geheime dienst te
ontvluchten. Hij zou na terugkeer in Rusland de
leider zijn van de Russische Revolutie.
Onder welke naam kennen wij hem?
A
Lenin
B
Stalin
C
Trotski
D
Chroetsjov

Slide 8 - Quiz

Welk gevolg had de Russische Revolutie op de deelname van Rusland aan WOI?
A
Rusland's positie in de oorlog verbeterde
B
Uiteindelijk sloot Rusland een aparte vrede met Duitsland
C
Amerika ging nu ook meedoen
D
Lenin kwam aan de macht

Slide 9 - Quiz

DE KRANT VAN 1917
Bijna elke dag komt de krant uit. Zo ook in 1917. Welke gebeurtenissen vonden er ongeveer gelijk plaats en stonden in dezelfde krant?
Let op: er blijven twee gebeurtenissen over.
LENIN TERUG IN RUSLAND
RUSLAND LAAT BONDGENOTEN IN DE STEEK
DUITSLAND HEEFT EEN NIEUWE VIJAND
EEN NIEUWE GRONDWET!
Russische Revolutie
Vrede van Brest-Litovsk
VS verklaren de oorlog
Vrouwen-kiesrecht
Algemeen Kiesrecht
Operatie Barbarossa

Slide 10 - Question de remorquage


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 11 - Quiz

Ronde 2
Interbellum

Slide 12 - Diapositive

Hoe heet Duitsland tijdens het interbellum?
A
het Duitse keizerrijk
B
de bondsrepubliek (B.R.D)
C
het derde rijk
D
de republiek van Weimar

Slide 13 - Quiz

Wanneer was het Interbellum?
A
1914 - 1940
B
1914 - 1945
C
1918 - 1939
D
1919 - 1940

Slide 14 - Quiz

Werd de naam 'interbellum' vóór of na de Tweede wereldoorlog verzonnen?
A
Voor
B
Na

Slide 15 - Quiz

Tijdens het Interbellum brak over de hele wereld een grote economische crisis uit. Duitsland werd extra hard getroffen.
Waarom werd Duitsland extra hard getroffen?
A
Omdat Duitsland jarenlang te veel geld had uitgegeven aan bewapening.
B
Omdat Duitsland jarenlang te veel snelwegen had aangelegd.
C
Omdat Duitsland ook nog leningen en herstelbetalingen moest betalen.
D
Omdat Duitsland weigerde een aanpassingspolitiek te voeren.

Slide 16 - Quiz

Ronde 3
Tweede Wereldoorlog

Slide 17 - Diapositive

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 18 - Question de remorquage

De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog

Slide 20 - Quiz

De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen

Slide 21 - Quiz

Begrippen
anti-semitisme
Appeasement politiek
Heims in Reich
Anschluss
Blitzkrieg
niet-aanvalsverdrag (molotov-ribbentrop pact)

Slide 22 - Question de remorquage

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 23 - Quiz

Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Benito Mussolini
Werd in mei 1940 minister-president.
Werd ook wel Il Duce genoemd.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.

Slide 24 - Question de remorquage

Wat betekent het woord 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 25 - Quiz

Welk land veroverde Nederlands-Indië tijdens WOII?
A
Japan
B
China
C
Noord-Korea
D
Italië

Slide 26 - Quiz

Gebeurtenissen
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Pearl Harbor

Slide 28 - Quiz

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 29 - Question de remorquage

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 30 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 31 - Quiz

Door welke gebeurtenis eindigde WOII?
A
Bom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
Bom op Hiroshima
D
Operatie Market - Garden

Slide 32 - Quiz

M
E
R
R
Y
X
M
A
S

Slide 33 - Question de remorquage