Verleden tijden v4

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Verleden tijden in het Spaans

Perfecto

Indefinido 

Imperfecto

Welke beschrijving hoort bij welke verleden tijd? 

Periode onbekend/gewoonte in het verleden 

Periode loopt nog 

Periode is afgelopen 

Imperfecto

Perfecto

Indefinido

Sleep de tijdsaanduidingen naar de juiste tijd.

Perfecto

Indefinido

Imperfecto

Este año

Ayer

Antes

Nunca

En 2021

Hoy

Esta mañana

El mes pasado

Hace 2 días

Ya

Esta semana

Siempre

Sleep de juiste vorm naar de juiste tijd.

Perfecto

Indefinido

Imperfecto

he ido

trabajaste

vivíamos

trabajé

hemos trabajado

han comido

trabajó

trabajasteis

has hecho

comía

trabajaron

trabajábamos 

Perfecto: Aprender, tú

Perfecto: Caminar, yo

Perfecto: Vivir, nosotros

Perfecto: Hacer, vosotros

Perfecto: Trabajar, él

Indefinido: Caminar, yo

Indefinido: Vivir, nosotros

Indefinido: Trabajar, él

Indefinido: Escribir, ustedes

Indefinido: vivir, yo

Imperfecto: Hablar, yo

Imperfecto: Comer, tú

Imperfecto: Vivir, yo

Imperfecto: Llevar, ella

Imperfecto: Cantar, nosotros

Hoe zeg je in het Spaans
"Gisteren at hij een paella"

Hoe zeg je in het Spaans
"Vorige week wandelde jij naar school"

Hoe zeg je in het Spaans
"Vorig jaar praatte ik met Ana"

Hoe zeg je in het Spaans
"Vanochtend heb ik een broodje gegeten.''

Hoe zeg je in het Spaans
"Deze week hebben wij gesport.''

Hoe zeg je in het Spaans
"Dit jaar zijn ze naar Spanje gegaan.''