H8.3 en H8.4

Maatschappijleer
Hoofdstuk 8 WERK 
H8.3  Hoe kom je aan werk? 
H8.4 Met werk kom je verder
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maatschappijleer
Hoofdstuk 8 WERK 
H8.3  Hoe kom je aan werk? 
H8.4 Met werk kom je verder

Slide 1 - Diapositive

Maatschappijleer
Vandaag behandelen paragraaf 3 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen H8.3 
H8. 3
Je weet op welke manieren je kan solliciteren
Weet je wat er in een arbeidscontract staat.
Weet je het verschil tussen, en kent de voor- en nadelen van  zwart en wit werken
Weet je wat een CAO is.


Slide 3 - Diapositive

Wat is de eerste behoefte volgens Maslow?
A
Veiligheid
B
Levensbehoefte
C
Waardering
D
Erbij horen

Slide 4 - Quiz

Zorgen dat het dak niet lekt.
Bij welke behoefte uit de piramide van Maslow past dit?
A
Waardering
B
Levensbehoefte
C
Ergens goed in worden
D
Zekerheid

Slide 5 - Quiz

Trainen om profvoetballer te worden is een voorbeeld van welke behoefte?
A
Waardering
B
Erbij horen
C
Ergens goed in worden
D
Zekerheid

Slide 6 - Quiz

Werk
Er zijn vijf manieren om een baan te vinden:
  1. Zelf zoeken naar vacatures
  2. Open sollicitatie sturen (dus zelf een bedrijf benaderen).
  3. Aanmelden bij een uitzendbureau
  4. Gebruik maken van je netwerk (Social Media/ Linked In of vrienden/familie)
  5. Via de overheid. Hiervoor ga je naar het UWV

Slide 7 - Diapositive

Solliciteren 
  • Wanneer je gaat solliciteren doe je dit meestal door per e-mail een sollicitatiebrief te sturen.
  • Eventueel kun je ook een sollicitatiefilmpje maken.
  • Ook stuur je een  cv (curriculum vitae) mee met daarin je persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring.

Als jouw sollicitatiebrief eruit gekozen wordt, word je uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Je bent aangenomen! 
Een van de eerste dingen die dan volgt is het arbeidscontract tekenen => Contract met de afspraken tussen werkgever (baas) en werknemer,  die we arbeidsvoorwaarden noemen.  Hierin staat o.a.: 
  • je functie.
  • de werktijden.
  • het loon.
  • het aantal vrije dagen.
  • de proeftijd.

Slide 10 - Diapositive

Wit of Zwart?
  • Wit werken: je werkt met een contract en betaalt belasting.
  • Zwart werken: zonder contract en geen belasting betalen.

Voordeel zwart werken = > goedkoper


Nadeel: je hebt geen enkel recht, niet op vakantie, geen ziektegeld,  geen verzekering. Daarnaast is het verboden.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

CAO's 
CAO => Een collectieve arbeidsovereenkomst die geldt voor een hele bedrijfstak, zoals de horeca, bouw en zorg.

Werknemers en werkgevers hebben verschillende belangen. Om te voorkomen dat je zelf met je baas moet onderhandelen, doen vakbonden dat voor jou.


Slide 13 - Diapositive

Daarnaast:
Algemene regels waar iedereen zich aan moet houden op het gebied van veiligheid en gezondheid
dit noemen we de Arbowet

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag! 

Par 8.3

Slide 16 - Diapositive

8.4 Met werk kom je verder
De maatschappelijke ladder en sociale status 

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen H8.4
H8. 4
Je kunt beroepen op maatschappelijke ladder plaatsen.
Je kunt uitleggen dat sociale mobiliteit mogelijk maakt dat je stijgt en daalt op maatschappelijke ladder
Je weet dat sociale ongelijkheid nu kleiner is dan vroeger.


Slide 18 - Diapositive

Klimmen op de ladder
Maatschappelijke ladder => alle maatschappelijke 
posities van hoog naar laag.
Je maatschappelijke positie wordt onder andere 
bepaald door: 
  • Geld en bezit
  • Aanzien
  • Status
  • Talent
  • Kennis en vaardigheden
  • macht

Maar dit telt niet voor iedereen: Wie staat hoger op de ladder:  Messi of Rutte? 



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

0

Slide 21 - Vidéo

Sociale ongelijkheid 
Sociale ongelijkheid => macht, kennis en geld zijn niet eerlijk over de mensen verdeeld.  Men zegt wel: De rijken worden rijker en de armen worden armer

  • Dit was vroeger erger dan nu, overheid probeert tegenwoordig in te grijpen.

Sociale mobiliteit: mogelijkheid te stijgen op de ladder. 
  • Opleiding en inzet belangrijker dan beroep ouders.

Toch hebben mensen ouders met weinig geld minder vaak een hoge opleiding, mensen met een migratieachtergrond hebben het zwaarder...

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Welke drie dingen bepalen je maatschappelijke positie?

Slide 24 - Question ouverte

Een vuilnisman heeft staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een chef kok.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 26 - Quiz

Waarom is een opleiding belangrijk?

Slide 27 - Carte mentale

Welk van de volgende is een waarde?
A
Opstaan voor ouderen in de bus
B
Niet discrimineren
C
Niet wildplassen
D
Gelijkheid

Slide 28 - Quiz

Arbowet is:
A
Wet dat werkomgeving veilig moet zijn
B
Regel dat overheid werk moet regelen
C
Wet dat iedereen werk met armen moet doen
D
Wet dat je sollicitatieplicht hebt

Slide 29 - Quiz

Geef een nadeel van zwart werken.

Slide 30 - Question ouverte