Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Th2 Taalverzorging; formuleren, spelling en grammatica
Vrijdag vier februari
TH2: Taalverzorging H1 t/m H6
Telt 2 keer mee. En je moet er wel voor leren, want het is vreselijk moeilijk.
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vrijdag vier februari
TH2: Taalverzorging H1 t/m H6
Telt 2 keer mee. En je moet er wel voor leren, want het is vreselijk moeilijk.
Slide 1 - Diapositive
Welkom TH2
Pak je spullen
Leesboek
Start met lezen
timer
10:00
Slide 2 - Diapositive
Toetsvragen
Welke werkwoorden veranderen er in de verleden tijd van klank?
In de verleden tijd hoef je je bij die werkwoorden in elk geval niet druk te maken over t ex fokschaap. Dat scheelt weer.
Slide 3 - Diapositive
Geef de juiste persoonsvorm aan
1. dooien – tt Volgens de weerman [...] het nu in IJsland.
2. hebben - vt Hij [...] een mooie sjaal gekregen.
3. willen - vt Wij [...] ons abonnement opzeggen.
4. beantwoorden - vt Jij [...] haar niet.
5. beven- vt Het meisje [...] van de kou.
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
ANTWOORDEN
dooit, had, wilden, beantwoordde, beefde
Slide 5 - Diapositive
tt
1. Ik, of jij erachter- ik-vorm
2. jij, u, hij, zij, het - ik vorm +t
3. Meervoud- hele werkwoord
vt
Stam eindigt op een medeklinker uit t exfokschaap; dan ;- te(n) in verleden tijd.
Anders -de(n).
Slide 6 - Diapositive
Wat kan je op de toets verwachten?
Log in op Lesson up
Slide 7 - Diapositive
vinden – vt Zure matten […] Gerard het lekkerst.
Slide 8 - Question ouverte
De vrouw moest zijn training stoppen, haar dochter was ziek.
welk verwijswoord is fout?
Slide 9 - Question ouverte
Ik graaf een kuil in de tuin
Welke woordsoort is: in
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 10 - Quiz
Stef gebruikt drie pannen om zijn gerecht klaar te kunnen maken.
Hoeveel znw?
Slide 11 - Question ouverte
Maak twee zinnen met het woord fietsen.
1 keer als znw en 1 keer als ww
Slide 12 - Question ouverte
De muziek die je nu hoort, is van een zanger waarmee mijn vader vroeger heeft opgetreden.
Verbeter het verwijswoord.
Slide 13 - Question ouverte
Geef het verkleinwoord van dummy en coupe.
Slide 14 - Question ouverte
geef het juiste meervoud van pyjama, roos en cafe
Slide 15 - Question ouverte
Wanneer krijgt een woord dat eindigt op -ie en erachter ( met twee puntjes op de e)
Slide 16 - Question ouverte
De campinghouders ontvingen veel klachtenbriefen over de kapotte aircos van de stacaravans.
De campinghouders ontvingen veel klachtenbriefen over de kapotte aircos van de stacaravans. Verbeter de fouten.
Slide 17 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
werkwoorden tegenwoordige tijd
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Octobre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoorden in verleden tijd (klankveranderend en klankvast)
Décembre 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Mars 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Juin 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
Juillet 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs