Weer & klimaat les 1 Het weer

Kerndoel 43
Weer en klimaat
   
De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kerndoel 43
Weer en klimaat
   
De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.

Slide 1 - Diapositive

Kerndoel 46
Dagritme en seizoenen
   
De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme.

Slide 2 - Diapositive

Kerndoel 49
De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.

Slide 3 - Diapositive

Wat bedoelen we met het weer?
Weer & Klimaat: les 1

Slide 4 - Diapositive

Waar denk jij aan bij
'het weer'?

Slide 5 - Carte mentale

Dit ga je leren: 
Je leert vandaag:
  • wat het weer is
  • hoe het weer voorspeld wordt. 
  • wie het weer voorspelt
  • nieuwe woorden over het weer

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Het weer
Iedereen wil weten wat voor weer het wordt.
Jij wilt weten welke kleren je aan moet naar school. 
Een boer wil weten of hij zijn land moet sproeien. 
Een zeiler wil weten of er genoeg wind staat om te zeilen.

Het weer is dus erg belangrijk.
Maar wat bedoelen we met het weer? 

Slide 8 - Diapositive

Het weer
Rond de aarde ligt een dikke laag lucht; de dampkring. Er gebeurt van alles in die dampkring. De lucht zorgt voor regen, wind en de temperatuur op aarde. Wat er in die dampkring gebeurt noemen we het weer.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Het weer
Als je het weer wilt voorspellen moet je letten op:
  • de temperatuur
  • of er neerslag is
  • of er wind is

Slide 11 - Diapositive

Temperatuur
Je meet hoe warm of koud het is met een thermometer. 
De vloeistof in een thermometer gaat omhoog als het warm wordt.
De temperatuur staat aangegeven naast 
het buisje, in graden Celsius.

Slide 12 - Diapositive

Temperatuur
Het is lekker weer als de temperatuur tussen de 18 en 26 graden Celcius is. 
Water verandert in ijs als het kouder wordt dan 0 graden Celcius. IJs smelt als de temperatuur boven de 0 graden komt.

Slide 13 - Diapositive

Wat is neerslag?

Slide 14 - Carte mentale

Neerslag
Neerslag is al het water dat op de aarde neervalt. 
Dus, regen, sneeuw, hagel, ijzel en ook mist.
Je kunt meten hoeveel neerslag er valt met een regenmeter.


regenmeter

Slide 15 - Diapositive

Wat is nou veel of weinig neerslag?
In een woestijn valt soms maar 20 centimeter regen in een heel jaar! Een pak melk is ongeveer 20 centimeter hoog. 
In een tropisch regenwoud valt soms wel meer dan 10 meter regen per jaar, dat is wel 3 keer zo hoog als ons klaslokaal! 

Slide 16 - Diapositive

Soorten neerslag
regen




hagel

mist





rijp




Slide 17 - Diapositive

Hoe noem je dit op het plaatje hiernaast?
A
sneeuw
B
rijp
C
hagel
D
ijs

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je deze neerslag?
A
hagel
B
sneeuw
C
ijzel
D
hagelsag

Slide 19 - Quiz

Wind
Wind is bewegende lucht. 
De richting waaruit de wind waait, zorgt ervoor dat de wind warm of koud voelt.
Ook hoe hard de wind waait, is belangrijk om zeggen wat voor weer het wordt. 

Slide 20 - Diapositive

Wind
Als het heel hard waait, heb je te maken met een storm
Een supersterke storm
heet een orkaan

Slide 21 - Diapositive

Hoe noem je een superzware storm?
A
harde storm
B
veel wind
C
krater
D
orkaan

Slide 22 - Quiz

Wat denk jij, kun je het weer voorspellen met een ballon?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Kun je het weer voorspellen met een ballon?


In het volgende filmpje wordt uitgelegd hoe dat gaat. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Weerbericht
Wat zie je? 

Slide 26 - Diapositive

Weerbericht
In het weerbericht vertellen ze jou wat voor weer het de volgende dagen zal zijn. Hoe warm, hoe koud, of er regen komt. Dit weerbericht maken de weermensen met hulp van een weerstation.


Slide 27 - Diapositive

KNMI     De Bilt

Slide 28 - Diapositive

Wie voorspelt het weer?

Mensen die elke dag het weer bestuderen heten
meteorologen

Slide 29 - Diapositive

Hoe noem je de organisatie die het weer in Nederland bijhoud?
A
Buienradar
B
KNMI
C
Weeralarm.nl
D
KNAG

Slide 30 - Quiz

graden
Thermometer
Meteoroloog
KNMI
Weervrouw

Slide 31 - Question de remorquage

Hoe noem je een weerman of weervrouw ook wel?
A
meteoriet
B
metoloog
C
meteoroloog
D
weet ik nog niet

Slide 32 - Quiz

Hoe noem je dit ding op het plaatje?
A
meteoriet
B
meteoroloog
C
computer
D
weerstation

Slide 33 - Quiz

Evaluatie van de les

Slide 34 - Diapositive

Wat vond je van de les?
A
Interessant, ik heb wat geleerd.
B
Mmm, ik heb niet zoveel geleerd.
C
Interessant maar moeilijk juf!
D
Te makkelijk juf!

Slide 35 - Quiz

Wat ga jij onthouden van deze les?

Slide 36 - Carte mentale