6.2 - Marktaandeel

Economie
Leerdoelen:
  1. Je weet wat een marktaandeel is.
  2. Je kunt het marktaandeel berekenen.
  3. Je weet waarom het marktaandeel voor een bedrijf belangrijk is.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Economie
Leerdoelen:
  1. Je weet wat een marktaandeel is.
  2. Je kunt het marktaandeel berekenen.
  3. Je weet waarom het marktaandeel voor een bedrijf belangrijk is.

Slide 1 - Diapositive

Vraag naar producten
De vraag naar producten kunnen we tekenen in een grafiek, zoals je hieronder ziet. Bij een prijs van € 550 worden er 0 fietsen verkocht. Bij een prijs van € 400 worden er 100 fietsen verkocht.
Dit noemen we de vraaglijn.

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de vraaglijn nogmaals. Hoeveel fietsen worden er verkocht bij
een prijs van € 475?

Slide 3 - Question ouverte

Aanbod van producten
Naast de vraaglijn kunnen we ook een aanbodlijn tekenen. Deze lijn laat zien hoeveel producten er worden aangeboden bij welke prijs. In dit voorbeeld zien we dat bij een prijs van € 400 er 0 fietsen worden geproduceerd.

Bij een prijs van € 500 worden er nu 110 fietsen
geproduceerd.

Slide 4 - Diapositive

Bekijk de aanbodlijn nogmaals. Hoeveel fietsen worden er geproduceerd
bij een prijs van € 450?

Slide 5 - Question ouverte

Evenwichtshoeveelheid- en prijs
Als we de aanbod- en de vraaglijn op elkaar leggen, dan krijgen we een goed beeld van hoe de markt is van fietsen.

Je ziet nu dat de rode lijn (de vraaglijn) de blauwe
lijn (de aanbodlijn) kruist. Dit gebeurt (ongeveer)
bij een prijs van €460,-  en een aantal van
 62 fietsen.

Dit is de evenwichtshoeveelheid en de 
evenwichtsprijs. Hier is precies evenveel vraag als 
aanbod.

Slide 6 - Diapositive

Evenwichtshoeveelheid- en prijs
Probeer het nu zelf eens. Teken de rechter grafiek na in je 
schrift en teken er zowel de vraaglijn als de aanbodlijn in. 
Ga daarbij als volgt te werk:
  1. Zet eerst puntjes op de snijpunten van de verkoopprijs en aanbod.
  2. Trek daarna met een potlood een lijn die de punten verbindt.
  3. Zet vervolgens puntjes op de snijpunten van de verkoopprijs en vraag.
  4. Trek daarna met een ander kleur potlood een lijn die deze punten
  5. verbindt.
  6. Maak een legenda bij de grafiek.
  7. Klaar? Klik op het oogje om te zien hoe de grafiek eruit hoor te zien.

Slide 7 - Diapositive

1. Bekijk de grafiek aan de rechterzijde.

Wat is de evenwichtsprijs
voor de Gazellefiets?

Slide 8 - Question ouverte

2. Bekijk de grafiek aan de rechterzijde.

Wat is de evenwichtshoeveelheid bij deze prijs?

Slide 9 - Question ouverte

Marktaandeel
Als bedrijf wil je weten hoe je het doet ten opzichte van je concurrenten. Om te bepalen hoe een bedrijf presteert in vergelijking met zijn concurrenten, geeft het marktaandeel belangrijke informatie. Het marktaandeel is de afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet van dat product.


Slide 10 - Diapositive

3. In de cirkeldiagram zie je de marktaandelen van smartphone-
fabrikanten.

Welke fabrikant heeft het kleinste marktaandeel?

Slide 11 - Question ouverte

3. In de cirkeldiagram zie je de marktaandelen van smartphone-
fabrikanten.

Wat wordt er bedoeld met "overig" denk je?

Slide 12 - Question ouverte

4. Lees het krantenartikel.

Op welke drie markten is LG actief?

Slide 13 - Question ouverte

4. Lees het krantenartikel.

LG had een afzet van 59,1 miljoen smartphones. Bereken hoe
groot de totale markt voor smartphones is.

Slide 14 - Question ouverte

5. Lees het krantenartikel.

Bereken hoeveel smartphones de twee grootste producenten,
Samsung en Apple, het afgelopen jaar in totaal verkochten.

Slide 15 - Question ouverte

6. Uit onderzoek blijkt dat in de maanden oktober tot en met december meer tv's worden verkocht dan in andere maanden. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 16 - Question ouverte

Oefenen
Maak opdracht 20 van bladzijde 180.

Klaar en wil je de opdracht nakijken? Klik op het oogje.

Het juiste antwoord is: B

Slide 17 - Diapositive