Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 27 min
Éléments de cette leçon
maandag 5 juni
Nieuwe woorden Nieuwsbegrip oefenen met lesson Up
luisterteksten en spreken via Lesson Up
Nieuwsbegrip lezen en vragen maken
Taal Compleet
Toetsen bespreken
Slide 1 - Diapositive
Sociale media kan een fijne plek zijn, maar je kunt er ook verslaafd aan raken. Het is lastig om dat niet te worden. De meldingenvliegen je om de oren. Hierdoor kun je je een beetje slecht voelen. Hoe ga je er goed mee om?
Slide 2 - Diapositive
papegaaien
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
je alleen voelen....
A
eenling
B
eenzaam
C
enig
D
eenvoud
Slide 13 - Quiz
Waar heb je last van? = Wat zijn jouw .................?
A
vraag
B
keelpijn
C
klachten
D
medicijn
Slide 14 - Quiz
Onze buren zijn ......
A
rustigen
B
rustige
C
rustig
D
rusten
Slide 15 - Quiz
Wat betekent: het gedrag
A
hoe je doet
B
wat je wilt
C
hoe je eet
D
wat je ziet
Slide 16 - Quiz
De kinderen hebben ... keurig gedragen.
A
mij
B
jij
C
ons
D
zich
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Question ouverte
Zij ........de bal
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Hoe is het weer?
A
Goed, het regent
B
Goed, het waait
C
Niet goed, geen wind
D
Niet goed, het regent en het waait
Slide 21 - Quiz
Waarom moet de man gaan staan?
A
Bing wil ergens anders zitten
B
Bing wil op de knop drukken
C
Bing wil praten met de chauffeur
D
Bing wil uitstappen
Slide 22 - Quiz
Wat gaat er niet goed?
Slide 23 - Question ouverte
leren.kleurrijker.nl
Slide 24 - Lien
8.3
Sorry, mag ik iets vragen?
Waar is de uitgang?
Kunt u dat herhalen?
Dus eerst naar links en
daarna naar rechts
U moet eerst naar links, u moet daarna rechts en daar is de uitgang!
Ja dat klopt
Slide 25 - Diapositive
het voltooid deelwoord (onregelmatig)
Slide 26 - Diapositive
Wij .............. gisteren naar Amsterdam....... (zijn).
Slide 27 - Question ouverte
Ik .............. in het weekend naar het strand ............. (fietsen).
Slide 28 - Question ouverte
Hij ............. nog nooit een leeuw ................. (zien).
Slide 29 - Question ouverte
Ik ............. met mijn vriendin koffie ............... in de stad. (drinken).
Slide 30 - Question ouverte
Hij ......... in de vakantie thuis ..................... (blijven).
Slide 31 - Question ouverte
De trappen van vergelijking
Slide 32 - Diapositive
Mijn moeder is 73 jaar, en mijn vader is 72 jaar. Mijn moeder is ............... ........ mijn vader.
A
het oudste
B
ouder
C
het oudst
D
ouder dan
Slide 33 - Quiz
Zilver is duur, maar goud is het ...................
A
duurst
B
duurste
C
duurder
D
duurdere
Slide 34 - Quiz
Ik houd veel van Nederlandse films, maar ik houd het ................... van Amerikaanse films.
A
meeste
B
meer
C
meest
D
meer dan
Slide 35 - Quiz
Ik drink ................. koffie ......... thee bij het ontbijt.
A
liever.....dan
B
liever ....als
C
het liefst ....dan
D
het ....liefst
Slide 36 - Quiz
De vrouw is 1.58 meter en de man is 1.90 meter. De man is .....................
A
langer
B
langst
C
het langst
D
langer dan
Slide 37 - Quiz
A
Slide 38 - Quiz
Maak de zin af......
Slide 39 - Diapositive
Ahmed snijdt sla en tomaten want..............................
Slide 40 - Question ouverte
Vanavond gaan we naar een Syrisch restaurant. Daar......
Slide 41 - Question ouverte
Ik heb een druk weekend. Eerst...................... Daarna....................
Slide 42 - Question ouverte
In de zomer wil ik graag op vakantie, maar.....................