Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking
Nieuw Nederlands 6e editie

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Trappen van vergelijking
Nieuw Nederlands 6e editie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je leert de trappen van vergelijking te gebruiken.
  • Je leert wanneer je als en dan gebruikt. 

Slide 2 - Diapositive

Theorie trappen van vergelijking

Slide 3 - Diapositive

Uitleg hoofdregel vergrotende trap

Slide 4 - Diapositive

Uitleg hoofdregel overtreffende trap

Slide 5 - Diapositive

stellende 
   trap
vergrotende 
trap
overtreffende 
trap
aardig
lekker
aardigst
saaier
lekkerder
liever
lekkerst
graag
meest 
fantastisch
liefst
saai
engst
vreemder
vreemd

Slide 6 - Question de remorquage

Trappen van vergelijking - uitzonderingen

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de trappen van
vergelijking op van: leuk
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de trappen van
vergelijking op van: vast.


timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Wat moet je invullen?

Ik ben twee keer sneller 1) ________ zij.
Ik ben twee keer zo snel 2) _________ zij.
A
1) dan 2) dan
B
1) dan 2) als
C
1) als 2) dan
D
1) als 2) als

Slide 10 - Quiz

Madrid is niet zo ver ..... Lissabon, denk ik.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quiz

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Shirley beweert dat Apeldoorn niet half zo groot is ..... Amsterdam.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Kleine auto's rijden een stuk zuiniger ...... grote terreinwagens.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 16 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quiz

In de eerste ronde was Eric bijna net zo snel ..... Peter.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quiz

opdracht
bladzijde 119
opdracht: 2,3,4,5

Jullie hebben 10 minuten.
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive