Prepositions of time and place

Goal
- I know the prepositions  (voorzetsels) of Time and Place
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goal
- I know the prepositions  (voorzetsels) of Time and Place

Slide 1 - Diapositive

Prepositions of time and place

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Preposition of time
Deze gebruik je om aan te geven wanneer iets gebeurd.

On gebruik je bij dagen en data.

I leaving on monday.

Slide 4 - Diapositive

Preposition of time

In gebruik je bij maanden, jaren, seizoenen, en dagdelen.


I woke up in the afternoon.

Slide 5 - Diapositive

Preposition of time
At gebruik je bij tijden en vakanties.


I saw my aunt at Christmas.

Slide 6 - Diapositive

Preposition of place
Deze gebruik je om aan te geven waar iets gebeurd.

On gebruik je bij openbaar vervoer of bovenop.

I was on the bus this morning.

Slide 7 - Diapositive

Preposition of place
In gebruik je bij natuur, landen en binnen.

He took classes in school.



Slide 8 - Diapositive

Preposition of place
At gebruik je bij specifieke locaties, huisnummers en gebouwen.

We live at Eikenlaan 22.



Slide 9 - Diapositive

1. He told me a story .. midnight.
A
in
B
on
C
at

Slide 10 - Quiz

2. We visit my grandparents .. January 1st.
A
in
B
on
C
at

Slide 11 - Quiz

3. Flowers grow .. spring.
A
in
B
on
C
at

Slide 12 - Quiz

4. I was born .. 1994.
A
in
B
on
C
at

Slide 13 - Quiz

5. I saw my aunt .. Christmas.
A
in
B
on
C
at

Slide 14 - Quiz

6. We met .. the train.
A
in
B
on
C
at

Slide 15 - Quiz

7. I am .. the station.
A
in
B
on
C
at

Slide 16 - Quiz

8. He lives .. the mountains.
A
in
B
on
C
at

Slide 17 - Quiz

9. He was born .. France.
A
in
B
on
C
at

Slide 18 - Quiz

10. My phone is .. the table.
A
in
B
on
C
at

Slide 19 - Quiz

Ik weet hoe ik de voorzetsels voor tijd en plaats moet gebruiken.
Ja, dit gaat goed komen op de toets!
Ja, ik moet alleen nog een beetje oefenen.
Ik moet nog heel goed leren en oefenen.
Ik maak me zorgen om dit onderdeel.

Slide 20 - Sondage

Do you have any questions about prepositions of time and place? Ask in English or Dutch.

Slide 21 - Question ouverte

And now?


Lets do an exercise

Slide 22 - Diapositive

Speaking 

Slide 23 - Diapositive



Talk about what you see
Describe as many things as you can

Also, write them down :)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive