Paragraaf 5.3 lezen | deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Paragraaf 5.3 

LEZEN

LEERDOELEN

In deze paragraaf leer je:

• de kernzin in een alinea herkennen;
• de hoofdgedachte van een tekst herkennen;
• de functies van een slot herkennen.

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je:

• de hoofdgedachte van een tekst herkennen

TERUGBLIK OP LEZEN DE VORIGE LES

wat weet je nog? 

Pak je laptop erbij en ga naar Lessonup

Voer de code in

Een langere tekst is verdeeld in alinea's. In een alinea staat bijna altijd een (...........).Dit is de zin met de belangrijkste informatie van de alinea.

Maken

Opdracht 9 op blz. 90

Klassikaal bespreken! 

ZELFSTANDIG WERKEN

In deze les ga je aan de slag met:

Opdracht 10, 11a, 13 t/m 19 op blz. 91 t/m 94

Oefenen voor toets: 

• 1.3 test jezelf
• 1.5 test jezelf of woordtrainer
• 2.5 test jezelf of woordtrainer
• 5.3 test jezelf 

Huiswerk 

donderdag 26 september

Wat je niet af hebt gekregen in de les.

Vrijdag 27 september 

Toets 

Op welke manieren vind je de hoofdgedachte in een tekst?
(meerdere antwoorden)

1. Je leest de hele tekst
2. Je bepaalt het onderwerp van de tekst met één of een paar woorden
3. Je leest de inleiding en het slot van de tekst
4. Je vat in één zin samen wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Het in één zin samenvatten wat de schrijver over het onderwerp zegt noem je ook wel de hoofdgedachte.

1. Waar
2. Niet waar

Niet iedere tekst heeft een slot.

1. Waar
2. Niet waar

Welke tekst heeft meestal alleen een inleiding en kern?

1. Artikel
2. Nieuwsbericht
3. Sollicitatiebrief
4. e-mail