chap 3 - het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

le mardi, 21 mai
Planning du jour
Français en classe 
Vervangwoorden
Focusleren
Au travail
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

le mardi, 21 mai
Planning du jour
Français en classe 
Vervangwoorden
Focusleren
Au travail

Slide 1 - Diapositive

Focusleren
Chapitre 3
vocabulaire A / B / E / F 

timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Parler en français
timer
5:00
à l'hôtel Claris
au camping Soleil

Slide 3 - Diapositive

Vervangwoorden
  • Ik geef de bloemen aan mijn moeder.   (wie/wat geef ik aan mijn moeder?)
  • Ik geef ze aan mijn moeder.



  • Ik geef het boek aan de docent. 
  • Je donne le livre au prof. 

  • Ik geef het aan de docent. 
  • Je le donne au prof. 


Slide 4 - Diapositive

De plek van vervangwoorden

  • Ik geef het boek aan de docent. 
  • Je donne le livre au prof. 

  • Ik geef het aan de docent. 
  • Je le donne au prof.                     Vóór het EERSTE werkwoord in de zin
  • Je l'ai donné au prof.


Slide 5 - Diapositive

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?

"Marie aime les gâteaux."
A
Marie
B
aime
C
les gâteaux

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Door wat kun je "les gâteaux" vervangen?
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Vul het juiste woord in.
Kies: le, la, l' of les

Tu connais la fille? Oui, je ... connais. C'est Amy.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Kies: le, la, l' of les

Tu connais le garçon? Oui, je ... connais. C'est Mees.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Kies: le, la, l' of les

Tu as fini le travail? Oui, je ... ai fini.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Kies: le, la, l' of les

Tu aimes le jus d'orange? Oui, je ... aime.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Kies: le, la, l' of les

Tu vois la police? Oui, je ... vois.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste woord in.

Kies: le, la, l' of les
Tu vois les ballons? Oui, je ... vois.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 16 - Quiz

Au travail
Chapitre 3
page cent-vingt

29abcde
30bc

de rien - geen dank 
timer
2:00

Slide 17 - Diapositive