Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5.3 Een leven voor God
Slide 1 - Diapositive
Lezen
Basis, blz 118 tm 121, alle stukjes.
Kader/Mavo, blz 76 tm 79, alle stukjes.
Slide 2 - Diapositive
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 3 - Diapositive
Van wanneer tot wanneer zijn de Middeleeuwen?
A
500 tm 1000
B
500 tm 1500
C
1000 tm 1500
D
0 tm 1500
Slide 4 - Quiz
Waar ontstonden tijdens de Middeleeuwen vaak steden?
A
In de woestijn
B
Op een berg
C
Aan het water
D
Zomaar ergens
Slide 5 - Quiz
Om in een middeleeuwse stad een ambacht uit te oefenen moest je lid zijn van ?
A
Een gilde
B
Een sportvereniging
C
De schout en zijn rakkers
D
De gemeenteraad
Slide 6 - Quiz
Wat mocht een stad met stadsrechten niet?
A
Een muur bouwen
B
Een markt organiseren
C
De oorlog verklaren een ander graafschap
D
Recht spreken
Slide 7 - Quiz
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 8 - Diapositive
Geloof tijdens de middeleeuwen
Tijdens de middeleeuwen waren bijna alle inwoners van Europa christelijk. Vanuit het Frankische Rijk en Ierland werden grote delen van Europa bekeerd.
Slide 9 - Diapositive
Veel gelovigen
Veel mensen hadden het zwaar tijdens de middeleeuwen, ze hadden een moeizaam bestaan. Ze geloofden dat het leven op aarde maar tijdelijk was en dat als ze goed leefden ze later naar de hemel zouden gaan.
Slide 10 - Diapositive
Hemel of hel
De hemel was een prachtige plek, het leven was er goed volgens de christenen. De mensen die slecht geleefd hadden gingen naar de hel, zij kwamen terecht in een afschuwelijke plek.
Slide 11 - Diapositive
God bepaalde alles
Als je ziek werd, er was brand in de stad of er gebeurde iets ergs dan was dat een straf van God. Dat was dan je eigen schuld volgens veel mensen.
De pest werd ook gezien als een straf van god.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Regels van de kerk
Wat een goed christen was, bepaalde vaak de kerk. Je moest bidden, de kerkdienst bezoeken, geld geven aan de kerk en armen helpen.
Slide 14 - Diapositive
Boetedoening
Mensen die iets slechts hadden gedaan, konden daarvoor boete doen door op pelgrimstocht te gaan naar een heilige plaats. Of je laten geselen kwam ook voor als boetedoening, maar dat werd later verboden.
Slide 15 - Diapositive
God eren
Om God te eren bouwden de mensen grote kerken of een kathedraal. Met zo'n kerk kon een stad bijvoorbeeld laten zien hoe rijk het was. Rijke mensen hoopten door veel geld te geven, dat ze later in de hemel kwamen. Als het geld op was, kwam het voor dat een kerk niet helemaal werd afgebouwd.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Kathedraal
Een kathedraal is een grote kerk. In de kathedraal zetelt de bisschop. Een bisschop is een soort bestuurder van de kerk. Hij is de baas over een bepaald gebied.
Slide 18 - Diapositive
Gotiek
Veel kerken die zijn gebouwd in de tweede helft van de Middeleeuwen zijn Gotische kerken. Gotiek is een bouwstijl. Gotische kerken zijn hoog, prachtig versierd van binnen en buiten en ze hebben meestal 1 of 2 torens.
Slide 19 - Diapositive
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 20 - Diapositive
Als iemand iets overkwam tijdens de Middeleeuwen kwam dat door?
A
De buurman
B
Hemzelf
C
God
D
De duivel
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen we een kerk waar een bisschop zetelt?
A
Kerk
B
Synagoge
C
Kathedraal
D
Notre Dame
Slide 22 - Quiz
Wie bepaalde tijdens de middeleeuwen wat een goed christen was?
A
De gelovige zelf
B
De Bijbel
C
God
D
De kerk
Slide 23 - Quiz
En nu?
Rustig aan de slag met de vragen van paragraaf 1 tm 3.